Jargon en slang [5]
Marc De Coster - Tienen, België
Welke woorden, uitdrukkingen en betekenissen zijn er in omloop in de schaduw van de officiële woordenschat? In deze serie komen er telkens enkele voor het voetlicht. De vermelde citaten zijn niet noodzakelijk de oudste vindplaatsen. De auteur houdt zich aanbevolen voor oudere voorbeelden.
bangen: verkorting van headbangen: het ritmisch slaan met het hoofd in een verticale beweging op het ritme van heavy-metalmuziek. Van Engels to bang + en. Jeugdtaal uit de jaren tachtig.
- | Lekker bangen is er niet meer bij, want om de haverklap wordt er een tempowisseling gemaakt. OOR, 19-10-91 |
lekko: zeemansuitroep voor: laat los, laat vallen. Van Engels let go.
- | Lekko maar, bootsman.
Jan de Hartog: De Commodore (1987) |
beren: onder Amsterdamse scholieren wordt dit werkwoord gebruikt ter vervanging van allerlei handelingen. Bijvoorbeeld: ‘Ik ga even een colaatje beren.’ Vermoedelijk uit hiphop-kringen. Jongeren gebruiken het werkwoord ook in de betekenis ‘copuleren’.
pitwagen: politiejargon voor de surveillancewagen. De pit is het zwaailicht op het dak van de auto.
broodzakkie: Amsterdamse prostitutieterm voor iemand die in de vroege ochtend, alvorens naar het werk te gaan, nog gauw een prostituée komt opzoeken.
- | Op de gracht stond nog een schaarse nachtvlinder te pieren. Dat soort meiden bleef wachten op de ‘broodzakkies’. Dat waren de vroege vogels die, voordat ze naar hun werk gingen, even een wip gingen maken. Die waren een paar uur eerder bij moeder de vrouw ‘verkeerd gekomen’.
Nou en... mijn leven op de walletjes. Door Riek verteld aan Jan A.L.M. Naaijkens (1986) |
condo, conduku: hedendaagse jeugdtermen voor een treinconducteur. Het tweede woord komt uit het hiphop-taalgebruik, waarin duku staat voor ‘geld’.
crisis: in de uitroep ‘Da's crisis!’: door jongeren gezegd wanneer ze ergens van balen. Waarschijnlijk bedacht door L. Heiting, schrijfster van de jeugdserie Steil achterover. Jongeren hebben het ook over ‘crisisfouten’: heel domme fouten.
eendekont:
1 | scheldwoord voor een sufferd. Komt reeds voor bij Willem van Iependaal (Polletje Piekhaar, 1935). Niet vermeld in Luilebol! (H. Heestermans) maar nog steeds gebruikt. |
2 | bijnaam van de Saab 900. Vanwege de getailleerde achtersteven van deze wagen. |
3 | in de jaren vijftig een bepaalde haarstijl, populair bij nozems. Britse Teddy Boys hadden een ‘duck's arse’. Ook: kippekontje. |
inktjurk: soldatenslang voor een militair die administratief werk verricht. Vergelijk het meer algemene inktkoelie en het Duitse slangwoord Tintenkuli.
frustratiegids: onder rechters en officieren van justitie een schertsende benaming voor ‘de gids voor de rechterlijke macht’, een soort overzicht waarin iedereen (eens per jaar) kan lezen hoe de anderen erbij staan, wie op de ladder gestegen is en wie is blijven stilstaan. Ook wel ‘het ellebogenboekje’ genoemd.
gevoelsgenoot: eufemisme onder homo's voor een mede-homo. Vooral gebruikt in de jaren vijftig. Ook onder lesbiennes: gevoelsgenote.
- | Aan het eind van de week was ik ervan overtuigd dat mijn ‘gevoelsgenoten’ mij niet zonder antwoord het weekend in lieten gaan. René Stoute: Het grimmig genieten (1991) |