de favorietenlijstjes van allerlei mensen uit de platen- en mediawereld een Top-Honderd Aller Tijden samen. Daarop kwam niet één Nederlandse plaat voor! Dat typeert wel de manier waarop men daar tegen onze taal aankijkt.’
Zou de ‘Franse aanpak’ een oplossing zijn? In 1995 wordt in Frankrijk een wet van kracht die bepaalt dat 40% van de radiozendtijd moet worden besteed aan Franse muziek. Patrice Hourbette, muziekattaché van de Franse ambassade, licht desgevraagd toe: ‘De wetgeving komt voort uit bezorgdheid over het eenzijdige contact met de Amerikaanse muziekcultuur, vooral bij de jeugd. Die “Franse muziek” hoeft niet per se Franstalig te zijn, maar moet wel zijn gemaakt door Fransen of inwoners van andere francofone landen in Europa of Afrika.
“Nederlanders hebben een bijna provinciaalse adoratie voor al wat buitenlands is
Het is niet helemaal zeker dat de wet doorgaat; overheid en omroep zijn nog in discussie. Sommige details moeten nog nader worden vastgesteld, bijvoorbeeld of dat percentage per uur dan wel per dag geldt. In het laatste geval zouden de zenders het Engelstalige repertoire op bepaalde uren kunnen concentreren, bijvoorbeeld in de middag en de vooravond.’
We hebben enkele van de geïnterviewden gevraagd om een reactie op dit idee van een ‘quotumregeling’.
Philippe Elan: ‘Voor Nederland zou dat misschien ook een goede maatregel zijn. Hier hoor je op de radio heel weinig Nederlands, zodat jonge artiesten nauwelijks een kans krijgen. Maar het kan ook gevaarlijk zijn.’
Karin Bloemen: ‘De radio besteedt te weinig aandacht aan het Nederlandse lied. Nummers van mij, zoals het Zuid-Afrikalied, werden op Radio 3 niet gedraaid, omdat men ze te Nederlands vond. Het is moeilijk om repertoire te vinden dat voor radio geschikt is. Maar zien eten doet eten: als er niets gedraaid wordt, weet men niet dat het bestaat. Misschien zou er eens wat meer geprobeerd moeten worden, een house-versie van een Toon Hermans-nummer bijvoorbeeld.’
Thé Lau: ‘Dat protectionisme is volslagen idioot. Het heeft nu al geleid tot de ondergang van de Franse popmuziek. Elke zak die een plaat maakt, heeft 50% kans om op de radio te komen. Het is vreselijk wat je daar hoort. In Nederland hebben we de omgekeerde toestand. In de hoek van de Nederrock wordt daar steen en been over geklaagd, want radio en markt beïnvloeden elkaar.
Zelf vind ik dat je de situatie moet accepteren. Men zou hoogstens een tijdje kunnen proberen meer Nederlands uit te zenden, maar als de luistercijfers daardoor zouden kelderen, mag de maatregel wat mij betreft worden teruggedraaid. Wat Nederland wel zou kunnen gebruiken is een speciale rockzender, voor Nederlands- én Engelstalige muziek.’
Seth Gaaikema: ‘Ik ben ervoor dat er zo veel mogelijk Nederlands op radio en televisie komt. Er bestaat nog steeds een flauw soort schaamte voor de eigen taal, vooral bij de “mensen-met-smaak”. Ik vind dat verschrikkelijk. Nederlanders hebben een bijna provinciaalse adoratie voor al wat buitenlands is. Het is helemaal niet nodig om meteen maar voor iedere buitenlander te gaan applaudisseren. We moeten er alles aan doen om het Nederlands als zangtaal te verdedigen.’