● Basisvorming
Wie heeft de meeste schuld? De voorlichter of de klant? Erik van den Heuvel: ‘De klant faalt op het gebied van interesse. Zes procent van de Nederlandse bevolking interesseert zich technisch een beetje voor zijn energievoorziening, de rest weet echt van toeten noch blazen. Zij weten niet waar de gasmeter zit, rijden 50 kilometer ver om ons te bezoeken - over energieverbruik gesproken! - en hebben niets bij zich: geen typenummer, geen meterstanden, geen jaarlijkse verbruikscijfers. “Hoe groot is uw ketel, meneer?” vraag ik. En de brave borst staat op en gaat de grootte voor mij staan molenwieken. Natuurlijk, wij schieten zelf ook te kort. Ik had niet moeten vragen hoe groot die ketel is, maar wat het vermogen ervan is. We zouden misschien wel meer “latent” voorlichting moeten geven: hoe werkt dat eigenlijk, gas? Hoe komt het uw huis in? Gewoon basiskennis bijbrengen. Begrijp me goed: ik ben geen technische kankeraar die vindt dat elke buitenstaander een sufferd is. Als ik dat zou zijn, was ik geen voorlichter geworden. Mensen kunnen niet alles weten. Maar zomaar termen versimpelen is een schijnoplossing. Voor effectieve communicatie moet de consument echt een minimum aan technische interesse hebben.’
Valt er van het nieuwe vak techniek (sinds kort verplicht in de basisvorming, de onderbouw van het voortgezet onderwijs) iets te verwachten op dat gebied, vraag ik. ‘Misschien,’ is het voorzichtige antwoord, ‘misschien. Als het dan in hemelsnaam maar echt over het dagelijks leven gaat. Wat is een kilowattuur, wat is een kubieke meter gas? De inhoud van een fles campinggas kunnen schatten; zich iets kunnen voorstellen bij het benzineverbruik van een auto. Het etiket van een pot pindakaas kunnen lezen, want ook daar staat energietechnische informatie op. En dan niet alleen het woord kilojoule kennen, niet alleen een definitie kunnen oplepelen. Nee, begrijpen wat je dan aan energie binnenkrijgt. Kortom, zich bij technische woorden iets kunnen voorstellen. Want je begrijpt een woord pas als je het in een gesprek correct gebruiken kunt. Geslaagde communicatie hangt in mijn beroep van meer af dan van je wel of niet simpel uitdrukken.’