● Verraden herkomst
Wellicht spreekt een verhaal als het bovenstaande meer tot de verbeelding in een zo accentgevoelige maatschappij als de Britse dan in een land als Nederland. Mede dankzij G.B. Shaws fictieve professor Henry Higgins, die zijn medemens binnen een straal van twee mijl kon plaatsen op grond van zijn accent, en die wat deze gave betreft gemodelleerd is naar de 19de-eeuwse taalkundige Henry Sweet, is in Engeland het geloof wijdverbreid dat het mogelijk is sprekers met grote precisie in hun streek van herkomst te plaatsen. Voor weinig-mobiele plattelandsbewoners geldt dat inderdaad. Over jonge inwoners van grote stedelijke gebieden zoals Birmingham, Londen of - in ons land - Rotterdam, Amsterdam of Den Haag valt meestal niet veel meer te zeggen dan dat ze uit een van deze gebieden afkomstig zijn.
Toch is het vaak mogelijk zinvolle conclusies te trekken over de regionale en sociale herkomst en het opleidingsniveau van een onbekende spreker. Accent-, dialect- of etnolect-kenmerken spelen daarbij een zeer belangrijke rol. Ook komt het nog wel eens voor dat sprekers die onbekend wensen te blijven, zich bedienen van een vreemde taal. In zulke gevallen treedt doorgaans sterke en nauwelijks te vermijden interferentie op van het klanksysteem van de eerste taal. Zo komt het geregeld voor dat Engels- of Duitssprekende anonymi als Nederlanders kunnen worden ontmaskerd, en bleek het mogelijk op grond van de aanwezigheid van één enkel Limburgs intonatiepatroon aan te geven dat een pseudo-Duitser waarschijnlijk (oorspronkelijk) uit Limburg kwam.
Net als bij de sprekeridentificatie kunnen ook bij de sprekertypering grammaticale en lexicale kenmerken van belang zijn. Indien bijvoorbeeld de onbekende spreker zegt ‘Het kan niet zo zijn, meneer de voorzitter, dat wij in dit huis met elkaar zo kort door de bocht gaan dat de kiezer in dit land ons daar ten diepste niet meer op aan kan spreken’, dan moeten we er rekening mee houden dat de spreker regelmatig op het Binnenhof verkeert; maakt de spreker daarentegen gewag van ‘een stuk PR in het kader van het neerzetten van een uniek produkt’, dan hebben we mogelijk met een medewerker marketing te maken; kwalificeert de spreker de prestaties van anderen als bagger of uie, dan zou het weleens om een Hagenees kunnen gaan, en horen wij ‘...dan heb ik zoiets van...’ of ‘Ja, dat is eigenlijk best wel dubbel’, dan gaat het vermoedelijk om een spreker van de begrijpende soort. Ook hier geldt uiteraard dat de hoeveelheid beschikbaar materiaal een belangrijke factor is, zij het dat sommige kenmerken ook in een korte tekst al een belangrijke indicatie kunnen geven.