Soms is vaak ook zelden
Just Eekhof - huisarts/coördinator kennistoetsen huisartsen in opleiding, Utrecht
Het samenwerkingsverband van de Nederlandse huisartsopleidingen stelt driemaal per jaar een landelijke kennistoets samen voor huisartsen-in-opleiding. In de toetsen worden vragen gesteld aan de hand van praktijkgevallen uit de huisartsgeneeskunde. Elk voorbeeld wordt gevolgd door stellingen, waarvan de aanstaande huisarts moet aangeven of ze juist of onjuist zijn. Als ze het antwoord niet weten, kunnen ze dit aangeven door de stelling met een ‘vraagteken’ te beantwoorden. In het verleden werden er vragen in de toetsen opgenomen waarin termen voorkwamen als vaak, meestal, niet zelden, etc. Nadere bestudering van de toetsgegevens leerde dat vragen waarin deze termen voorkomen, relatief vaak met een vraagteken beantwoord werden. Een voorbeeld:
‘De heer Thomassen, 45 jaar, komt op het spreekuur van de huisarts omdat hij die morgen in de spiegel zag dat zijn tong zwart is. Na anamnese en onderzoek stelt de huisarts de diagnose “zwarte haartong”.
Ten aanzien van een zwarte haartong geldt:
De klachten verdwijnen meestal door spoelen met waterstofperoxyde (2%).
Juist /? / Onjuist’
(Het goede antwoord is in dit geval: onjuist)
Met het woord meestal heeft de auteur een nuance in de stelling aangebracht die voor hemzelf wel duidelijk is, maar voor degene die de vraag moet beantwoorden niet. Dit komt doordat een stelling met meestal enige vrijheid van interpretatie toelaat.
Om een indruk te krijgen van de interpretatieverschillen hebben we een onderzoek gedaan bij honderd medewerkers van drie huisartsinstituten. Bij een dertigtal termen in een bepaalde context moesten zij aangeven welk percentage ze zich erbij voorstelden. Ter illustratie hebben we de resultaten van dit onderzoekje in een figuur weergegeven. Dezelfde enquête is naderhand nog bij een groep medewerkers van RTL4 afgenomen. Bij deze groep personen werden nagenoeg dezelfde resultaten gevonden. De interpretatieverschillen zijn blijkbaar niet gebonden aan het soort werk dat iemand doet.
De antwoorden van 96 personen op de vraag om bij bovenstaande termen een betekenis in de vorm van percentages te geven. Het middelste streepje geeft het gemiddelde weer, en de horizontale lijn het gebied tussen de grenzen van 10% en 90% waarin 80% van de antwoorden viel.
Deze zogenoemde semi-kwantitatieve termen komen in het dagelijks taalgebruik veel voor. Het zijn woorden die in een zin de mate van relativering kunnen aanbrengen die de spreker wenst. Die relativering kan nog eens extra benadrukt worden door de intonatie. De betekenis van zo'n term luistert nauw als de term wordt gebruikt bij het overbrengen van informatie die grote consequenties kan hebben, bijvoorbeeld als een arts aan een patiënt meedeelt na verwijdering van een huidtumor: ‘Nou mevrouw, zo'n huidtumor komt meestal niet terug.’ Het is dan de vraag of de patiënte in deze situatie dezelfde betekenis aan de term meestal niet toekent als de arts. Een