● Stammenindeling
Ik heb een ander idee. We hebben allemaal op de lagere school geleerd dat onze landen bewoond werden door Friezen, (Neder)franken en (Neder)saksen, die elk hun eigen taal hadden. Die van de Nedersaksen sloot ten nauwste aan bij het Nederduits en die van de Nederfranken heeft de grondslag gevormd voor het latere Nederlands. Laten we die oude indeling als basis nemen en er wat verfijningen op toepassen, vooral wat het Frankische deel betreft.
Dan komen we allereerst tot de oprichting van de staat Friesland. Daartoe behoort Friesland, Flevoland, de Waddeneilanden en Noord-Holland tot aan het IJ, inclusief Amsterdam. In dat deel van Noord-Holland wordt behalve Kennemerlands ook Westfries, Zaans en Waterlands gesproken, en daarin zitten nog heel wat Friese kenmerken. Amsterdam moet erbij omdat dat gedeeltelijk boven het IJ ligt en omdat er in Flevoland ook heel wat Amsterdammers wonen. In vroeger tijden liep Friesland nog veel verder door, maar het stuk ten zuiden van het IJ is al vroeg gefrankiseerd.
De tweede staat is Utrecht, samengesteld uit zuidelijk Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en het Gelderse rivierengebied inclusief Arnhem, met als noordoostelijke grens de Oude IJssel. Doetinchem en Doesburg horen erbij. De grens moet naar het oosten worden verlegd, want Kleef en Emmerik zijn tenslotte oorspronkelijk Nederlands. In het nabijgelegen Xanten werd de oudste Nederlandse tekst geschreven! Een gedeelte van Westfalen komt dus bij ons. Daarentegen worden noordelijk Gelderland en de Saksische provincies Groningen, Drente en Overijssel samengevoegd met aangrenzend Nedersaksisch gebied.