● Enerzijds/anderzijds
De voorbeelden van dit ‘dat-hebt-u-mij-niet-horen-zeggen-effect’ liggen voor het opscheppen. Dit is een fraai staaltje van minister-president
Lubbers:
‘Immigranten mogen niet in het isolement blijven, maar daarom dient er wel ruimte voor eigen organisaties te zijn, die echter op hun beurt weer geen doel op zichzelf mogen worden.’
Is Lubbers nu voor of tegen een islamitische zuil, vroeg Jan Blokker zich hierop vertwijfeld af. ‘Al sla je me dood’, was zijn begrijpelijke antwoord (de Volkskrant, 21 januari 1992). Door de enerzijds/anderzijdsachtige formulering kan de luisteraar of lezer (net als Lubbers) alle kanten op.
Een specifiek probleem bij het oplossen van meningsverschillen wordt gevormd door impliciete of ‘verzwegen’ argumenten. Zo'n verzwegen argument slaat een onzichtbare brug tussen een argument dat expliciet naar voren is gebracht en het verdedigde standpunt:
Willem is thuis, want zijn auto staat voor de deur [en Willem is niet zonder auto weg].
Op het eerste gezicht heeft de aanwezigheid van Willems auto misschien niet zoveel te maken met de vraag of hij al dan niet thuis is. Dat wordt anders als men zich realiseert dat er in deze argumentatie kennelijk van wordt uitgegaan dat Willem niet zonder auto weg kan zijn. Misschien doet Willem wel alles met de auto. Of heeft hij gisteren laten weten dat hij vandaag ergens met de auto naar toe moest. Hoe dan ook, volledig is het betoogje pas als het verzwegen argument ‘Willem is niet zonder auto weg’ aan de uitgesproken argumentatie wordt toegevoegd.
Anders dan het woord verzwijgen suggereert, hoeft er niet per se sprake te zijn van geraffineerde manipulatie. De reden om een onderdeel van de argumentatie voor een standpunt impliciet te laten, is gewoonlijk dat een uitgesproken vermelding overbodig is, omdat de luisteraar of lezer de argumentatie zo ook wel begrijpt. Maar er kunnen ook minder nobele motieven in het spel zijn dan het bevorderen van een efficiënte communicatie. De spreker of schrijver kan bijvoorbeeld proberen dubieuze of controversiële aannames op deze manier weg te moffelen. Daarom is het voor de kritische luisteraar of lezer zaak goed in de gaten te houden wat er in de argumentatie allemaal stilzwijgend wordt aangenomen.
Soms kan dit knap lastig zijn:
Willem is niet thuis, want zijn auto staat niet voor de deur.
Gevraagd naar het argument dat in dit betoogje verzwegen is, zal menigeen, net als bij de originele versie, zeggen: ‘Willem is niet zonder auto weg’. Bij verder doordenken wordt duidelijk dat het precies omgekeerd moet zijn: ‘Willems auto is niet zonder Willem weg’. Met andere woorden: Willem is de enige die in de auto rijdt (zijn vrouw mag er bijvoorbeeld geen boodschappen mee doen) en de auto is ook niet voor reparatie naar de garage of zoiets.