■ De spelling van het Afrikaans
W.J. Ouweneel - buitengewoon hoogleraar Wijsbegeerte te Potchefstroom (Zuid-Afrika), woonachtig te De Bilt
In Onze Taal van december 1991 stelt B.P. Visser dat de c in de spelling van het Afrikaans niet meer voorkomt. Dat is niet juist.
Ten eerste komt ze (niet erg consequent) nog steeds voor in het meervoud van bepaalde oorspronkelijk Latijnse (of verlatiniseerde) woorden, zoals fisici (enkelvoud: fisikus) en medici (enkelvoud medikus). Aardig is te vermelden dat ook de meervouden fisikusse en medikusse voorkomen.
Ten tweede is in het Afrikaans weliswaar de ch vrij consequent in een g veranderd (tegnies, argief, lag, sag, psige), maar juist niet aan het begin van een woord, zoals bij chaos, chemie, China, chirurg, chloor, cholera, Christelik, chronies, chroom.
Het is wellicht aardig nog iets over de lotgevallen van de c in het Afrikaans te vertellen. Waar de ch als sj wordt uitgesproken, wordt ook sj geschreven: sjokolade, sjimpansee, sjiek, sjef, sjarme, masjien. Waar de ch (op z'n Engels) als tsj wordt uitgesproken, wordt tj geschreven: tjek. Hetzelfde gebeurt met de Italiaanse c: tjella. Aardig is ook de tj in Engelse leenwoorden als tjom (Eng.: chum) en tjops (Eng.: chops). De afzonderlijke c wordt, al naar gelang de uitspraak, als k (kontrak, kultus, koepee) of als s (sirkel, sinies, sertifikaat, dosent) geschreven, behalve in de genoemde uitzonderingen. Nadelen heeft dat natuurlijk ook: zo kan het Afrikaans geen onderscheid maken tussen doceren en doseren, (beide doseer). De -ct- ten slotte wordt fonetisch weergegeven als -ks-: aksie, funksie.
Nederlandse spellinghervormers zouden mijns inziens ook op andere punten heel wat van het Afrikaans kunnen leren, vooral als het gaat om woorden van Griekse, Latijnse of Franse oorsprong.