[Vervolg Het Groot Dictee der Nederlandse Taal]
te doorspekken met tal van doodgewone woorden die in de dagelijkse schrijfpraktijk telkens weer evenzovele struikelblokken blijken te zijn. Opvallend was dat de vele, toch uit de lagere-schooltijd herkenbare ei/ij-gevallen veel uitglijers opleverden. Kennelijk gaan velen in dat soort situaties elke keer opnieuw twijfelen, en kiezen ze uiteindelijk de verkeerde spelling.
Veelgemaakte fouten waren:
- | gepriviligeerd in plaats van geprivilegieerd; |
- | porceleinen in plaats van porseleinen; |
- | capuccino in plaats van cappuccino; |
- | smeuig in plaats van smeuïg; |
- | rattekruid in plaats van rattenkruit; |
- | cypressehout in plaats van cipressehout; |
- | minitieus in plaats van minutieus; |
- | trijpe in plaats van trijpen; |
- | wijdse in plaats van weidse; |
- | consentieus in plaats van consciëntieus; |
- | glooïngen in plaats van glooiingen; |
- | persé in plaats van per se (of perse); |
- | bespionneren in plaats van bespioneren; |
- | stiekum in plaats van stiekem; |
- | coupé's in plaats van coupés; |
- | pijl in plaats van peil (ergens geen peil op kunnen trekken); |
- | décolleté in plaats van decolleté; |
- | miniscule in plaats van minuscule; |
- | gevlei in plaats van gevlij (in het gevlij komen); |
- | uitwijden in plaats van uitweiden; |
- | concensus in plaats van consensus. |
Verschillende archaïsch klinkende woorden bleken niet bij iedereen bekend, waardoor nogal eens komisch aandoende probeersels opdoken: gesyselleerd voor geciseleerd, landauers voor landouwen, prerogatieven voor pejoratieven.
Met oude uitdrukkingen werd verschrikkelijk geworsteld. Te allen tijde en ten langen leste werden in allerlei variaties opgeschreven, maar zelden goed.
Daarentegen werd nauwelijks gezondigd tegen toch erkende probleemgevallen als adellijk, niemendalletje en litteken.
Op één punt ging vrijwel iedereen de mist in. Dat was in de zin ‘u beider keus is niet de mijne’. Het is