● Taal zuiver houden
Elke taal ‘leent’ woorden uit andere talen. Eigenlijk is dat geen lenen, maar diefstal, en bovendien is het misbruik maken van die buit. Soms wordt een woord op natuurlijke wijze overgenomen voor een nieuwe zaak. Die zaak komt dan mét het woord binnen. Maar meestal is hier bedoeld dat er een woord uit een andere taal wordt overgenomen terwijl er voor dat begrip toch al een Nederlands woord was. Het typerende is dat dat Nederlandse woord helemaal niet verdwijnt daardoor, en dat er een nuanceverschil komt te bestaan met het ‘oude’ Nederlandse woord, hoewel dat niet door iedereen zo wordt gevoeld. U weet dat in 1585 de Antwerpenaren naar Nederland vluchtten en de woorden heden, gaarne en wenen meenamen, die woorden kent u allemaal; u zult misschien eerder zeggen vandaag, graag en huilen. Die woorden hebben hun eigen functie gekregen. Nog beter zie je dat in de invasie van Franse woorden, die eeuwenlang een rol heeft gespeeld, maar dan altijd van bovenaf. Aan het hof (voor zover wij een hof hadden) werd Frans gesproken en daardoor hebben wij woorden als accepteren en presenteren. Ze zijn gewoon Nederlands geworden en hebben ook een Nederlandse uitgang gekregen; en toch hebben die woorden nog steeds een andere betekenis dan aanvaarden en geven. Het is een acceptgiro, accepteren dat je het betalen gaat, het is een presentje; dat is toch net iets anders dan een geschenkje - en soms moeten we ons op een ander Frans woord beroepen: cadeautje.
Het Frans kwam, zoals gezegd, voornamelijk van bovenaf in Nederland (aan de zuidgrens zijn heel andere processen aan de gang geweest). Voor de Duitse invloed werd door de Onze-Taalheren wel vaak verwezen naar de 30.000 Duitse dienstmeisjes die er in ons land waren, en die misschien ook wel als een soort vijfde colonne werden gezien. Het overnemen van Engels is eigenlijk niet iets speciaal Nederlands, het is over de hele wereld zo: als je de televisie aanzet, hoor je Engels. Als je iets hoort zingen, dan is dat ook Engels.
Wij zijn op het ogenblik in een fase van een tegenaanval: wij willen dat allochtonen Nederlands leren. Daar hebben wij natuurlijk allemaal uitstekende redenen voor, maar er zit toch ook een vreemde kant aan. Iedereen - ik ook - vindt het prettig dat wanneer hij Turks of Marokkaans hoort in de tram, door kinderen of op de televisie, er om de haverklap een Nederlands woord valt: huiswerk, proefwerk, leraar, aardrijkskunde. Dan denk je: o ja, natuur-