● Krant = lopend nieuws
Degene die een journaal bijhoudt, is een journalist. En een krant mag in onze taal dan geen journaal meer heten, dagbladschrijvers zijn journalisten. Men verdeelt ze in verslaggevers en redacteuren; verslaggevers trekken erop uit en redacteuren bewerken het nieuws. Redacteuren redigeren. Het werkwoord redigeren hebben wij uit het Frans gehaald, maar het komt oorspronkelijk uit het Latijn. Re- ‘terug’ zit erin, en agere ‘doen’. Journalisten brengen nieuws, zowel goede als slechte tijdingen. In sommige talen is ‘tijding’ het woord voor ‘krant’ geworden. Zo kent het Duits Zeitung en het Zweeds tidning. Wij Nederlandstaligen hebben zulke tijdingen niet meer, wij hebben kranten.
Kranten kunnen gazet of koerier heten. Gazet is een leenwoord uit het Frans, waar het sinds 1600 bestaat. Het Frans heeft het uit het Italiaans en dat weer uit het Venetiaans. De Venetiaanse gazeta was een kleine munt. In de 16de eeuw verkocht men in Venetië een krantje met daarin vooral nieuwtjes over de handelsondernemingen in de Levant. Dat krantje had de naam gazeta de le novità, omdat het een gazeta kostte.
Koerier stamt van hetzelfde werkwoord als courant.
In de 16de-eeuwse Nederlanden werden de periodieke nieuwstijdingen, die aanvankelijk evenals in Venetië vooral voor makelaars en handelslieden bedoeld waren, courante nouvellen ‘lopend nieuws’ genoemd. Dat werd in 1617 afgekort tot courant(e) en vanaf 1653 tot krant(e). Courante nouvellen was een soort ‘vertaling’ van het Franse courantes nouvelles. Uiteindelijk is courant een afgeleide vorm van het Latijnse werkwoord currere ‘lopen’. Tot de oudst bekende courantiers in de wereld behoorden Amsterdammers en Antwerpenaren. Hun bladen heetten Tijdinghen en Couranten.