Citaatuitluiders in sportverslagen
Rik Jellema - Brussel
Al enige jaren geleden is mij een bijzondere stijlfiguur opgevallen die de heren sport-scribenten 's maandags in hun epistels hanteren. Ik heb dan ook een prachtige collectie van dergelijke ‘citaatuitluiders’ aangelegd.
Het gaat om het volgende verschijnsel: men citeert de woorden van een persoon uit de sportwereld en laat deze volgen door een werkwoord dat het citaat uitluidt maar dat slechts in geringe mate, en soms zelfs helemaal niet, ‘citatief’ van karakter is. Nog enigszins ‘citatief’ zijn werkwoorden die met veel fantasie als synoniemen van zeggen of verklaren kunnen worden beschouwd. Bijvoorbeeld: ‘Roda heeft onze fouten professioneel afgestraft’, mokte de voormalige bondscoach.
Soms kan men aldus of zo erbij denken en op deze manier de koppeling van citaat en geciteerde acceptabel maken: ‘De jaren beginnen nu toch wel te tellen’, kondigde de veteraan in bedekte termen zijn naderende afscheid aan. Maar meestal heeft het werkwoord zo weinig met de simpele daad van ‘verklaren’ te maken, en wordt het zinsdeel achter het citaat dusdanig opgesierd en uitgerekt, dat het zwaartepunt eerder buiten dan binnen de aanhalingstekens ligt.
Een paar voorbeelden van deze vaak schitterende constructies:
- | ‘Ik wist niet dat hij dat ook al kon’, was McEnroe nog lang na afloop onder de indruk. |
- | ‘Dat is de enige beslissing die je kunt nemen’, dacht Cruyff met zijn bestuur mee. |
- | ‘Zulke ballen moeten net als bij het eerste doelpunt door het net heen’, vond Cruyff weer een argument om Bosman aan te pakken. |
- | ‘Ik voel me sterk en tot een overwinning in staat’, joeg ze Graf al op de eerste dag de stuipen op het ondanks dagelijks gestoei met halters en gewichten nog altijd frêle lijf. |
- | ‘Ik heb Spangen spannende voorstellingen beloofd en die belofte ben ik nagekomen’, prees coach Hughes zichzelf en zijn ploeg. |
- | ‘Maar wie geen goede EK rijdt, rijdt ook geen goede WK’, haalde hij een oude wijsheid van stal. |
- | ‘Het was een combinatie van 4 stoten’, genoot de nieuwe wereldkampioen na van zijn unieke uitschakeling van knock-out-specialist Tyson. |
Waarin ligt de verklaring voor dit ‘citeren’, dat zo kenmerkend is voor het geschreven sportverslag? Terwijl bij het gesproken sportcommentaar de tijdsdruk van het ‘live-gebeuren’ (excusez le mot) verantwoordelijk is voor een speciale staccato-stijl, lijkt het mij toe dat het ‘zo-zei-zij-syndroom’ wordt veroorzaakt door een streven naar verfraaiing van de dikwijls zo droge, clichématige sporttaal.
Ook in kranteartikelen over geheel andere onderwerpen is het gebruik van deze stijlfiguur mij al opgevallen, maar slechts sporadisch. Alles duidt erop dat het om een uitvinding gaat binnen de sportjournalistiek. Ik zou zelfs de bal in het kamp van de Volkskrant willen leggen en durven beweren dat het in die krant tot een soort huisstijl is verheven, aangezien ik het verschijnsel veel minder frequent ben tegengekomen in andere kranten die ik erop heb nagelezen (NRC Handelsblad, de Telegraaf, de Morgen).
Is men daar soms vies van aanhalerig gedrag?