Olandesismi
Nederlandse leenwoorden in het Italiaans
Alex Verstegen - student Italiaans, Amsterdam
In het septembernummer van Onze Taal verschenen artikelen over Nederlandse leenwoorden in het Engels, het Frans en het Bahasa Indonesia. Ook een rijke taal als het Italiaans lijkt op het eerste gezicht niet veel te kunnen winnen bij het overnemen van woorden uit het Nederlands. Toch bestaan er wel dergelijke leenwoorden, zoals blijkt uit onderstaande lijst.
Het ontstaan van leenwoorden wordt sterk bevorderd door de vooraanstaande plaats van een volk/taalgebied op een bepaald vlak in een bepaalde tijd. Zo stammen bijvoorbeeld veel sporttermen uit het Engels vanwege de verbreiding van vele sporten vanuit het negentiende-eeuwse Engeland. Muzikale en andere artistieke vaktermen zijn grotendeels afkomstig uit het Italiaans. Daarnaast spelen geografische factoren een rol bij het ‘lenen’ van woorden, evenals bijvoorbeeld handel en oorlog.
Nederlandse leenwoorden in het Italiaans nemen een zeer bescheiden plaats in door het beperkte contact tussen beide taalgebieden. Ze zijn voornamelijk afkomstig uit de wereld van handel en scheepvaart en stammen uit de zeventiende en achttiende eeuw. De helft van deze woorden is rechtstreeks overgenomen uit het Nederlands en aan het Italiaanse fonetische systeem aangepast. Het grootste deel van de overige woorden is via het Frans in het Italiaans terechtgekomen, terwijl ook het Engels enkele malen als ‘bemiddelaar’ is opgetreden. Helaas zijn de meest recente, uit het Nederlands afkomstige leenwoorden afrikaans, boero en apartheid.
Het overgrote deel van de woorden op de lijst is aan het Italiaans aangepast. Alleen afrikaans, apartheid en polder bleven onaangetast, al zou je dat niet zeggen wanneer je ze door een Italiaan hoort uitspreken.
De lijst is verre van volledig. Ze is samengesteld uit ‘olandesismi’ die ik tijdens mijn studie Italiaans ben tegengekomen. In de eerste kolom staan de Italiaanse woorden met tussen haakjes hun eventuele afwijkende huidige betekenis. Sommige woorden komen alleen (nog) in Italiaanse dialecten (dial.) voor. In de tweede kolom staan de oorspronkelijke Nederlandse termen met tussen haakjes eventueel hun betekenis, en in de derde de eventuele tussenvorm en -taal (F=Frans, E=Engels, Sp=Spaans, ME Lat=Middeleeuws Latijn).
afalà (dial.) |
afhalen (neerhalen) |
affaler (F) |
afrikaans |
Afrikaans |
- |
apartheid |
apartheid |
- |
archibugio |
hakebusse (soort buks) |
harquebusse (F) |
babordo |
bakboord |
bâbord (F) |
baccalà |
bakeljauw (kabeljauw) |
bacalao(Sp) |
blocco |
blochuus (blokhut) |
blocus (F) |
blocco |
blok |
bloc(F) |
boero |
boer |
- |
bompresso |
boegspriet |
beaupré (F) |
borgomastro |
burgemeester |
- |
boscimano |
bosjesman |
- |
bottino |
buyte, buyten (buit) |
butin (F) |
boulevard |
bolwerk |
boulevard (F) |
brandy |
brandewijn |
brandy (E) |
chope |
schopen (pint) |
- |
colza |
koolzaad |
- |
dicco |
dijk |
- |
diga |
dijk |
digue (F) |
doek |
docke (dok) |
doek (E) |
droga (drug) |
droog |
drogue(F) |
fambrosa (dial.) |
braambezie (framboos) |
framboise (F) |
iceberg |
ijsberg |
- |
kermesse (kermis) |
kerkmisse |
kermesse (F) |
kit (bouwpakket) |
kitte (kruik) |
kit (E) |
lanzichenecco |
landsknecht |
- |
machignone (dial.) |
makelaar |
- |
manichino |
mannekijn |
mannequin (F) |
merlino |
meerling, marren (vastbinden) |
merlin (F) |
ottentotto |
hottentot |
- |
pacco |
pak |
- |
pinco |
pinke (type boot) |
- |
polder |
polder |
- |
pompelmo |
pompelmoes |
- |
quartiermastro |
kwartiermeester |
- |
scialuppa |
sloep |
chaloupe (F) |
scorbuto |
scuerbuyk (scheurbuik) |
scorbuthum (ME Lat) |
snack |
snac(k), snacken (gretig bijten) |
snack (E) |
statolder |
stathouder |
stathouder (F) |
stoccafisso |
stocvisch |
- |
tribordo |
stierboord (stuurboord) |
(s)tribord (F) |
tricot (trui) |
strick, stricken |
tricot (F) |
vagone (wagon) |
wag(h)en |
wagon (E)>(F) |
yacht |
jaghte |
yacht (E) |