Ruggespraak
Eerste kunststof ingenieurs
Teun A. van Dijks jongste bewijsvoering - dat ik de auteur zou zijn van De ondergang van Nederland van Mohamed Rasoel - was indrukwekkend. Niet alleen woorden als zwerfhond en naïeve domoor had hij met spitse vlijt opgespoord in zowel het boek van Rasoel als in de kolommen die u nu leest, hij was inmiddels, voegde hij eraan toe, in het bezit van ‘talloze voorbeelden’. Zoveel voorbeelden dat hij zich bereid verklaarde ‘in een eventueel strafproces op te treden als getuigedeskundige’.
Laat zich geen schrijvertje - armzalige leverancier van teksten als hij is - verbeelden dat hij nog aan de machtige arm van de tekstwetenschap ontsnapt!
Bestaat er al een Nobelprijs voor tekstwetenschap?
Gerrit Komrij, NRC 7-11-1990
‘T IS HARTSTIKKE TOF EN ÜBERHAUPT EEN UITDAGING MAAR ALS JE DAT GAAT QUOTEN HEB IK ZOIETS VAN. JA.... DOEIII...
Een paar jaar geleden probeerde de NS de spreeuwen vergeefs met voor deze vogels angstaanjagende kreten te verjagen.
Doodschieten hielp later evenmin.
De Telegraaf
‘Apen hebben alles in huis om te kunnen spreken. Hun hersenen, strottehoofd en stembanden zijn er net zo geschikt voor als die van de mens. Dat ze toch niet met elkaar discussiëren, komt waarschijnlijk doordat ze niet rechtop lopen’
De Troonrede begint als volgt: ‘De inval van Irak in Koeweit is een flagrante schending van de internationale rechtsorde.’ Met dit soort zinnen is de inhoud gekenmerkt: doelloze, wat machteloze taal, open deuren, wollige uitwijdingen, pas op de plaats en non-sequiturs. Ik weet niet hoeveel ministers eraan hebben meegeschreven, maar ze hebben een opmerkelijke eensgezindheid tentoongespreid op het gebied van vlakke, zij het staccato-achtige, zinnen. Veel dingen staan er in omdat het betreffende departement ook een plekje diende te hebben. Het is als een advertentie van een villa, waar nauwgezet wordt vermeld dat er een keuken is en een wc. Om niet te spreken van de gang, de voordeur en de huiskamer. En dat dan bladzijden lang. Arme vorstin.
NRC, 22-9-1990
‘Op een gegeven moment heb je dan het varkensgebeuren op paten.’
‘Zo word je soms met je eigen vooringenomenheid geconfronteerd. Toen ik hoogleraar werd viel het mij op dat die kinderen - sorry, die jongelui - zoveel spelfouten maakten. Ik heb daar in het begin nogal wat hatelijke opmerkingen over gemaakt, tot het mij opviel dat ik dikwijls werkstukken kreeg met veel spelfouten, maar verder prima van stijl en inhoud. Volgens mij kòn dat niet. Dat is dus een dom vooroordeel van een leraar, en dat heb ik moeten afleren. Ik begrijp het trouwens nog steeds niet, dat iemand d en dt niet uit elkaar kan houden en verder ingewikkelde redeneringen opzet, leuke vondsten doet en prachtig formuleert. Maar het blijkt dat het kan.’
Cornelis Verhoeven,
HP / De Tijd, 14-9-1990
‘We zitten hier onder de rook van een watertoren’
PLANPROCEDURES
De burgemeester van de gemeente Roden maakt bekend, dat burgemeester en wethouders van plan zijn door middel van het verlenen van vrijstelling bouwvergunning te verlenen voor het bouwen van een nieuwe door brand verwoeste woning Leutingewolderweg 5 te Leutingewolde.
Roder Journaal, 4-9-1990
|
|