Van woord tot woord
Marlies Philippa
Ver weg en dichtbij
Hoe de situatie in de Golf in januari is, kan ik bij het schrijven van dit stuk (eind november) niet zeggen. Ik beperk me daarom tot wat opmerkingen over de aardrijkskundige namen in het Golfgebied: het ABN (Actiecomité Buitenlandse Namen) leeft nog steeds!
Om welke Golf het gaat, weet iedereen. Maar hoe kun je die Golf het best noemen? Al zeggen wij meestal Perzische Golf, toch zijn er heel wat landen die over Arabische Golf (of een vertaling daarvan) spreken. Wat valt te prefereren? Aan de Golf ligt (lag?) Koeweit. De inwoners daarvan worden steeds vaker als Koeweiti's in plaats van Koeweiters aangeduid.
Dat de afleiding op -i van bewonersnamen uit het Midden-Oosten terrein wint, blijkt vooral uit Israëli, maar ook uit Iraki en Saoedi. Betsy Udink merkt in haar boek Achter Mekka op dat de ‘expats’ in Saoedi-Arabië ‘steeds spreken over Saudi's in plaats van Saoediërs’ (blz. 29). Haar stoort dat. Mij minder. Er is niets tegen de i-uitgang. Mij irriteert slechts de -au- waar het -aoe- moet zijn: hierdoor dreigt een verkeerde uitspraak.
Volgens de ANS (Algemene Nederlandse Spraakkunst) zijn de varianten op -i aanvaardbaar; het verwerpelijke ANP-boekje (Schrijfwijze van buitenlandse namen) rept er niet over. Wat mij opvalt, is dat degenen die Iraki's zeggen, meestal het bijvoeglijk naamwoord Irakees gebruiken, terwijl de Irakezen-sprekers het op Iraaks houden.