Zoeken naar samenhang
Zo is bijvoorbeeld samenhang of cohesie een belangrijk onderwerp in de tekstwetenschap. Voor de taalgebruiker is samenhang iets vanzelfsprekends, maar de tekstwetenschapper wil weten waar dat vanzelfsprekende nu precies in zit; hij wil de vanzelfsprekendheid beschrijven en verklaren. Ter illustratie de volgende twee teksten:
Het Catshuis is de officiële ambtswoning van de minister-president. Sinds 1963 wordt het huis genoemd naar zijn eerste bewoner, Jacob Cats, die behalve raadspensionaris van Holland, ook een zeer gevierd Nederlands dichter was.
De minister-president van Nederland gebruikt het Catshuis als ambtswoning. Cats is een belangrijk zeventiende-eeuwse dichter. Dichten valt niet altijd mee. Met een jas aan kun je beter tegen de kou. De demi van Lubbers hangt in Den Haag.
Niemand zal de samenhang in de eerste tekst betwijfelen. De samenhang wordt onder andere gerealiseerd door taalkundige middelen, met name door verwijzingen. In de tweede zin verwijst ‘het huis’ naar ‘het Catshuis’ in de eerste zin, en ‘Jacob Cats’ eveneens naar ‘Cats’ in ‘Catshuis’. ‘Die’ in de tweede zin verwijst weer naar ‘Jacob Cats’, enz.
Maar hiermee is niet alles gezegd. Immers, in de tweede tekst zitten ook een aantal verwijzingen, maar ieder zal hier de samenhang eerder betwijfelen dan bij de eerste tekst. Hoe komt dat nu? Een vraag voor tekstwetenschappers. Zij zullen erop wijzen dat de verwijswoorden in de eerste tekst allemaal op één woord terugslaan: Catshuis. In de tweede tekst bouwt de schrijver in elke zin op een ander thema voort.
Een verder antwoord zullen ze zoeken in de functie van de zinnen ten opzichte van elkaar. In de eerste tekst valt de tweede zin met een zeker gemak te interpreteren als een verdere verklaring van wat er in de eerste zin wordt gezegd. In de tweede tekst is dit op zijn zachtst gezegd problematisch.
Hiermee is natuurlijk niet alles over samenhang gezegd. Een tekst kan volkomen onsamenhangend klinken, maar in een bepaalde situatie toch als samenhangend worden ervaren en geïnterpreteerd. Renkema noemt zelf het voorbeeld:
Vestdijk heeft meer dan veertig romans geschreven. Je mag bij me komen dineren.
Deze tekst wordt pas samenhangend voor ons als we weten dat het aantal romans van Vestdijk onderwerp was van een weddenschap met als inzet een diner. Ook de voorkennis van de luisteraar of lezer kan bepalend zijn voor de mate van samenhang in de tekst.