Taalcuriosa
Cijfertaal
Jules Welling - Best
Het weekblad Nieuwe Revu heeft enige jaren geleden puzzels gepubliceerd waarin wiskundige handelingen met letters uitgevoerd moesten worden. Een voorbeeld: man + lek = erg + aak = pie. Met enig deduceren was de oplossing altijd wel te vinden. Ook in dit geval: 123 + 456 = 579 + 226 = 805.
Het voorbeeld is lelijk. ‘Man + lek = erg’ is nog enigszins logisch qua gedachtengang, maar ‘+ aak = pie’ slaat nergens op. (Ik heb het voorbeeld dan ook zelf even bedacht.) De ideale puzzel in dit genre is de optelling die ook in taal logisch is en klopt. Die valt wel te construeren, al is het niet gemakkelijk. Weer een voorbeeld:
negen |
20502 |
(z=1, n=2, e=0, g=5 |
- zeven |
- 10702 |
v=7, t=9 en w=8). |
twee |
9800 |
|
Die aftrekking is zowel in de taal als in de wiskunde correct. Er kleeft slechts één bezwaar aan: niet alle cijfers worden gebruikt.
Met meer letters wordt het al knap lastig, zeker als het criterium van de logica aangehouden wordt. Een van de meest curieuze voorbeelden die ik in dit genre ken, is de poging te bewijzen dat Amsterdam en Rotterdam samen Nederland vormen. Die ‘truc’ zit als volgt in elkaar:
Amsterdam |
463.875.246 |
+ Rotterdam |
+ 518.875.246 |
Nederland |
982.750.492 |
(o= 1, d=2, s=3, a=4, r=5, m=6, e=7, t=8, n=9 en 1=0).
Een fantastisch staaltje! Het is natuurlijk niet waar dat Amsterdam en Rotterdam samen Nederland vormen, maar het bewijs is zo curieus dat ik dat graag voor lief neem.
Was het maar waar... Ik misleid de lezer. De som is namelijk bijna perfect, niet helemaal: de 8 in Nederland had een 7 moeten zijn, geen t maar een e. Er staat dus Ntderland in plaats van Nederland. Wie zet dit schoonheidsfoutje recht?