| |
| |
| |
[Reacties]
Zout in de pap?
J. van Malde - Voorschoten
Woordenaar J.J. Bakker somt op blz. 73 van het juni-nummer tien ‘achtenswaardige motieven’ op om vreemde woorden te gebruiken - ze vormen zogezegd het zout in de pap. Nu is zijn betoog niet in alle opzichten overtuigend, terwijl op nogal wat van zijn voorbeelden het een en ander valt af te dingen. De term non-profit-instelling kan bijvoorbeeld heel goed vertaald worden als winstvrije instelling. Soortgelijk: buitengaats (al eeuwen oud!) voor off-shore, openbaring voor eye-opener, tiener (uiteraard!) voor teenager, enzovoort.
Nu gaat het me niet om die voorbeelden; de heer Bakker zou namelijk - althans in beginsel - het grootste gelijk van de wereld hebben voor een taal in blakende welstand. Maar daarin bevindt het Nederlands zich bepaald niet. Het ‘doorspekken van hun taal met vreemde woorden’ is niet, zoals de heer Bakker schreef, een zaak van ‘nogal wat sprekers’, maar van hele volksstammen, en het betreft bij lange na niet alleen nieuwe zaken waarbij de eigen taalschepping het laat afweten (beter: waarbij wij gezamenlijk schromelijk te kort schieten): van oudsher gebezigde Nederlandse woorden worden op forse schaal verdrongen door uitheemse. Padvinders moeten zo nodig scouts heten, aanhangers (of aanhang) van voetbalclubs supporters, vrachtwagens trucks, vrouwenartsen gynaecologen, eenstemmig heet steevast unaniem, om maar te zwijgen van de stoplap relatie, die maar liefst vier woorden (verhouding, betrekking, verband en samenhang) vrijwel heeft verdrongen.
Men vergisse zich niet: deze voorbeelden van hierdoor verdwijnende Nederlandse woorden zijn werkelijk met zeer vele andere aan te vullen. Zout in de pap? Een heel ander beeld schildert het taalgebruik van zeer, zeer vele landgenoten aanzienlijk treffender: zout met pap, wansmakelijk en onverteerbaar. Achtenswaardige motieven? Wel, het heeft er waarlijk alles van weg dat deze verre overheerst worden door een slechte taalbeheersing, gemaskeerd door aanstellerij, dikdoenerij (alsof men ‘zijn talen’ zou spreken) en niet te vergeten een weg-met-ons-houding hier in Nederland, het gidsland.
| |
Algemeen Nederlands in Vlaanderen
Hans Ooteman - leraar Nederlands, Haarlem
Uit de discussie tussen Stoops en Barnard in het aprilnummer 1987 en het Vlaanderennummer in december 1986 kan worden opgemaakt dat het met het Algemeen Nederlands (AN) in Vlaanderen nog niet al te best gesteld is. Toch staat het AN in Vlaanderen er niet zo slecht voor en is het in Nederland niet altijd zo voorbeeldig als we soms denken. Het Nederlands van Hilversum en Bussum, waarin de zachte g, de geaspireerde t en de slot-n (alle kenmerken van voortreffelijk zij het regionaal gekleurd AN), systematisch gemeden worden, geeft een wat vertekend beeld van het AN in Nederland.
Het AN van een Vlaming wordt vrijwel altijd gekarakteriseerd als een Zuidnederlandse variant van hèt AN, het AN van Hilversum en Bussum, van de Volkskrant en de Telegraaf.
De ‘Neue Zürcher Zeitung’, die onlangs een bijlage ‘Literatur und Kunst’ aan de Nederlandse literatuur gewijd heeft, heeft er nadrukkelijk op gewezen dat er maar één Nederlandse taal bestaat, maar dat die opvallende Vlaamse en Hollandse(!) schakeringen kent. Hier worden Noord en Zuid gelijk behandeld. Zo hoort het ook, want als een woord of syntactisch verschijnsel in het hele gebied tussen Maaseik en Oostende in meer Algemeen Nederlands voorkomt, kun je het niet afdoen met ‘niet-Nederlands’ of ‘regionaal’. En die algemeenheden in het Zuiden zijn sterk in opmars. In toch echt goed verzorgd Nederlands van de BRT of een kwaliteitskrant als De Standaard zijn ze makkelijk te herkennen; ik denk bijvoorbeeld aan de (gelukkig) niet uit te roeien wending met de vooropgeplaatste persoonsvorm: ‘... dat ze wilden naar huis gaan’.
De randstedeling wil zijn Nederlands nog steeds aan de Vlaming ten voorbeeld stellen. Maar als ik Noordnederlandse verslaggevers steeds vaker Zuidnederlandse voetbaltaal (bijvoorbeeld binnen in plaats van in) hoor gebruiken, kan ik alleen maar glimlachen.
| |
Oorlogsboodschappen
Dick Harris - Den Haag
In de rubriek Taalcuriosa van juni 1987 geeft de heer Jules Welling enige amusante voorbeelden van woordspelletjes tijdens de bezettingsjaren. Graag wil ik er een paar aan toevoegen die ik mij uit die periode herinner.
Overbekend is natuurlijk de kreet OZO! die de mensen elkaar te pas en te onpas toeriepen; het stond voor ‘Oranje Zal Overwinnen!’ Ook verving men ‘Tot ziens!’ nogal eens door ‘Worteltje boven!’ (Oranje boven). Spitsvondiger was de nieuwe betekenis van ANP. Nadat de Duitsers - meteen op 15 mei 1940 - de leiding van het Algemeen Nederlands Persbureau hadden overgenomen, spraken velen over ‘ANP: Adolfs Nieuwste Papegaai’. Het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen werd door de bezetters herdoopt in ‘Departement voor Volksvoorlichting en Kunsten’. Dit werd in de volksmond al spoedig ‘Departement voor Volksoplichting en Gunsten’. En toen de rassenwaan zover ging dat de naam TUSCHINSKI op de gevel van de fameuze bioscoop plaats moest maken voor TIVOLI, hadden de Amsterdammers na één dag hun antwoord paraat: TIVOLI: Tuschinski Is Verkocht Of Liever Ingepikt!
Opvallend is dat vooral in benarde tijden dergelijke taalspelletjes een bloeiend leven leiden. Met name in de landen achter het IJzeren Gordijn vindt men anno 1987 veel van zulke uitlaatkleppen. Ze worden in landen als Hongarije en vooral Polen zelfs regelmatig gedrukt en clandestien verspreid.
| |
| |
| |
Peetoom, peettante en petekind
Prof. dr. C.A. Zaalberg - Leiden
Op bladzij 83 van de juni-aflevering stelt de heer A. Kooyman de vraag: Wie gebruikt de naam peetoom of peettante voor de persoon naar wie een kind genoemd is, zonder dat er nog van dopen of geestelijke begeleiding sprake is?
Om aan te geven hoe oud dit verschijnsel is, het volgende. Ik ben in 1909 geboren in een Westnederlands gezin van Nederduitsch-Hervormde afkomst, maar buitenkerkelijk. Ik kreeg de voornamen van goede vrinden van mijn ouders, geen familieleden, en mij werd geleerd dat ik hun petekind was en zij mijn peetoom en -tante waren. Gedoopt werd er niet. Het artikel Doopen in het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) dagtekent ongeveer uit die zelfde tijd. Daar betekent het woord in de vijfde plaats: ‘Den naam geven van, noemen.’ Al in de 16e eeuw zegt een dichter dat een bepaalde rijmschakeling ‘Ketendicht ghedoopt’ is. De artikelen Peet, Petekind, enz., die een of twee decennia jonger zijn, erkennen uitdrukkelijk de algemene bruikbaarheid; van Petekind bijvoorbeeld heet het: ‘naamgenoot, kind dat naar iemand is vernoemd, ook in toepassing op kinderen die niet ten doop zijn gehouden.’
| |
Over mevrouwen, mijne heren!
Jo Daan - Barchem
In het artikel over de aanhef boven brieven, van de heren Beelen en De Jong, in het juni-nummer op blz. 80, wordt verwezen naar een eerdere discussie over dit onderwerp in Onze Taal.
In 1981 heb ik aanbevolen de aanhef over te nemen die in Vlaams-België gebruikelijk is: ‘Mevrouwen, Mijne Heren’, omdat deze in een belangrijk deel van ons taalgebied ingeburgerd is en omdat het goed Nederlands is.
Nu lees ik tot mijn verwondering in het stuk van Beelen en De Jong dat de meervoudsvorm van Mevrouw ‘in Nederlandse oren wat kinderlijk klinkt’. Mogelijk in de oren van de schrijvers, in de mijne in ieder geval niet. Deze uitspraak doet wat denken aan ‘dat grappige Vlaamse taaltje’. De Vlamingen zullen deze aanhef hebben vertaald uit het Frans, waar Mesdames, Messieurs gebruikelijk is. Vinden de schrijvers ook dit kinderlijk? Hoe dan ook, naar mijn mening is het incorrect, zo niet kinderachtig om aanvaarde taalvormen van onze taalgenoten in Nederlandssprekend België met ‘kinderlijk’ af te doen. Wie zoiets binnenskamers wil zeggen, moet dat zelf weten, wie het in het openbaar zegt en schrijft, is onbeleefd.
Sedert 1981 heb ik elke zending die geadresseerd was met ‘De Heer’ beantwoord met een standaardbriefje waarin ik heb gewezen op de onheusheid van een dergelijke aanhef tegenover een vrouw. Daarbij is me gebleken dat er veel vaker van ondoordachtheid dan van kwade wil sprake was. Meer dan eenmaal heeft men mij excuses aangeboden. Het is goed er telkens weer op te wijzen dat het anders kan.
| |
Eisen stellen aan computerfabrikanten
Ir. J.W. Sluiter - Den Haag
In het artikel ‘Beslist de computerindustrie over onze spelling?’ stelt J. Weitjens (op blz. 62 van het meinummer) dat het zeer hinderlijk is dat bij veel computers accenten en trema's uit de lettervoorraad verdwenen zijn. Weitjens refereert hierbij aan tekstverwerkingsprogramma's die op personal computers worden gebruikt. Daarvan kan men blijkbaar niet al te veel verwachten. Bij professionele tekstverwerkers die op kantoren worden gebruikt is het plaatsen van accenten op een aantal letters wel mogelijk. Zoals gezegd gaat het niet om een paar toetsen, maar moet dit voor elke letter-accentcombinatie geprogrammeerd zijn. Op het merk dat wij op kantoor gebruiken, kunnen de vier accenten ˊˋ ¨ ^ op alle klinkers, zowel op de kleine letter als op de hoofdletter worden geplaatst.
Bij computers zijn de mogelijkheden veelal beperkt. De kwestie is natuurlijk dat bedrijven en instellingen zich bij het aanschaffen van een computer er te gauw bij neerleggen als het verwerken van accenten niet mogelijk blijkt. Als wij eens wat krachtiger aan die eis zouden vasthouden, zullen computerfabrikanten daarmee zeker rekening houden.
| |
Taaltekens van de tekstverwerker
Pieter Janssens - vertaler, Bladel
De heer Weitjens vraagt zich op blz. 62 van het mei-nummer af waarom het toetsenbord van een computer niet dezelfde mogelijkheden kan bieden als dat van een ouderwetse schrijfmachine. Welnu. Met het toetsenbord van een traditionele schrijfmachine kunnen ongeveer negentig tekens op papier worden gebracht. Een elektronische typemachine is wat uitgebreider en kan al ongeveer honderd tekens aan. De zogenaamde IBM # 2-karakterset bestaat uit 256 tekens. Niet minder dan 177 daarvan zijn noodzakelijk of nuttig voor tekstverwerking, waaronder de diacritische tekens over het ontbreken waarvan telkens weer al die deining wordt gemaakt.
Het gros van de moderne tekstverwerkingsprogramma's kan deze tekens op de een of andere manier naar scherm en afdrukker sturen. Wanneer u op het numerieke toetsenbord bijvoorbeeld de cijfercombinatie 128 aanslaat en daarbij de Alt-toets ingedrukt houdt, verschijnt op het scherm een keurige ç. Een béétje printer kan dat teken ook op papier brengen. Van de tien tekstverwerkers die ik oppervlakkig of door en door ken, bezitten slechts twee deze mogelijkheid niet: Perfect Writer en de Engelse 3.24- versie van Wordstar. Zelfs het welhaast alleen nog antiquarisch verkrijgbare EasyWriter 1.20 (van september 1983, dus gaat u maar na!) kon dit al, evenals alle mij bekende versies van Word- Perfect en WordMarc, Wordcraft, Perfect Editor, ErgoWord, WordStar 3.40 (Nederlandse versie), MSWrite en MSWord. WordPerfect biedt daarenboven de mogelijkheid een willekeurige lettertoets in combinatie met Ctrl- of Alt-toets in een handomdraai een andere waarde te geven, zodat door het indrukken van bijvoorbeeld Alt/e een É op het scherm verschijnt;
| |
| |
Alt/a kan desgewenst resulteren in Å, Alt/n in ñ en Ctrl/n in Ñ. Op deze manier zijn 2 × 26 = 52 extra tekens heel gemakkelijk bereikbaar.
En dan zijn er nog hulpprogramma's zoals Lettrix, die in het geheugen kunnen worden gezet, waarna het aanslaan van vier toetsen volstaat om over te schakelen op het Cyrillische, het Griekse of het Hebreeuwse alfabet. Echt, het ligt al lang niet meer aan de computerindustrie. Wie anno 1987 nog hannest met diacritische tekens, hanteert ofwel verouderde programma's of weet domweg niet waarmee hij werkt.
Ook Henk Boeke is in zijn bijdrage op blz. 60 van het mei-nummer niet echt volledig. Hij meldt dat er momenteel drie pakketten op de markt zijn waarmee Nederlandse teksten automatisch op spelling kunnen worden gecontroleerd. Maar waarom WordMarc niet genoemd, met een woordenlijst driemaal zo groot als die van WordPerfect? En WordCraft of de nieuwe versie van MSWord? Of Perfect Writer, zonder Nederlandse woordenlijst weliswaar, maar met een spellingprogramma waarmee zo'n lijst zonder veel problemen is samen te stellen? WordMarc en Perfect Writer hebben bovendien het voordeel dat ze samenstellingen van een ‘stamwoord’ met een voor- of achtervoegsel herkennen. Wanneer in de woordenlijst van deze programma's eenmaal het affix af en de ‘stam’ buigen zijn opgenomen, herkent het spellingprogramma ook de samenstelling afbuigen.
| |
Aanbod aan de lezers
Tot slot nog een aanbod aan de tekstverwerkende lezers van Onze Taal. Door de laatste acht boeken die ik heb vertaald te bewerken met het spellingprogramma van WordPerfect, heb ik de bij dit pakket geleverde woordenlijst met zo'n 30.000 woorden uitgebreid. Belangstellenden mogen me een diskette plus een gefrankeerde envelop voorzien van hun naam en adres toesturen; het zal me een genoegen zijn mijn bestanden voor hen te kopiëren. Tevoren wel graag even telefonisch contact opnemen (04977-3085).
|
|