Vraag en antwoord
Redactie Onze Taal
‘Ik heb nooit geen hekel gehad aan school’, merkte een bejaarde Leidse eens op in een vraaggesprek. Ze bedoelde er overduidelijk mee te zeggen dat ze helemaal geen hekel aan school had gehad.
Drukte ze zich correct uit? Niet volgens de schoolmeester. Volgens hem vloeit uit haar zin logischerwijs maar één betekenis voort, namelijk dat de spreekster voortdurend een hekel had aan school. Twee ontkenningen heffen elkaar immers op. Min maal min wordt plus: niet onjuist is juist.
Dat lijkt helemaal juist. Toch heeft de schoolmeester een probleem: iedereen die zo'n zin hoort, kiest meteen de goede betekenis. Misverstanden hebben we nog nooit meegemaakt. Dat komt door de manier waarop de zin uitgesproken wordt, namelijk ongeveer zo:
[nooit hekel
geen ge
Ik heb had aan school.]
Geen wordt tamelijk terloops uitgesproken en krijgt minder nadruk