A(g)gressie
Bernard van Dijk - journalist, Tilburg
Onze spellingkunstenaars blinken niet uit in consequentheid, vind ik. Zo verbaas ik me er bijvoorbeeld over dat de voorkeurspelling wil dat we viaduct en produkt schrijven, terwijl beide duc(k)ten precies dezelfde afkomst hebben.
Zoiets doet zich ook voor bij ‘agressie’. Ik vind dat het ‘aggressie’ is. Ons ‘agressie’ (met tegenzin schrijf ik de voorkeurspelling) komt van aggressio, dat is ontstaan uit ad-gradior = aggredior.
Het Latijnse ‘ad’ betekent zoiets als: in de richting van, erbij, erbovenop. Bij de vorming van Latijnse woorden wordt de -d van ‘ad’ steeds in een bepaalde vorm gehandhaafd; in het voorvoegsel ‘ad’, of in geassimileerde vorm. Daar zijn honderden voorbeelden van. Ad-trahere wordt attrahere, attractum; vandaar ons woord attractie. Ad-finis wordt affinis, affinitas; vandaar ons woord affiniteit. Ad-crescere wordt accrescere; vandaar ons woord accres.
Ja maar, zou je kunnen zeggen, als de -d van ‘ad’ een -g- wordt, laten we die assimilatie-g weg. Spelling is een kwestie van afspraak. We spreken dus af dat aggressio bij ons agressie wordt. Maar waarom wil de voorkeurspelling dan dat we agglomeratie schrijven? Dat is toch ook: ad-glomerare = agglomerare, agglomeratum en vandaar ons agglomeratie.
Daar komt nog iets bij. Als een, eventueel via het Frans, aan het Latijn ontleend woord niet begint met ad of met a- en daarachter een dubbele assimilatiemedeklinker, maar met a- zonder meer, dan komt die a- niet (nooit) van ad maar van ab. Ab is ongeveer het tegenovergestelde van ad; het betekent: vanuit, vanaf, uit de richting van. De voorbeelden in het Nederlands zijn zeldzaam. Ab-movere wordt in het Latijn amovere en wij zeggen amoveren, verwijderen.
Agressie, waar zo duidelijk in zit dat het ‘ergens op af’, ‘in de richting van’ is, zou daarom toch echt wel als ‘aggressie’ geschreven moeten worden.