Repliek
P.C. Paardekooper
‘Zonder de niet-blanke sprekers zou er geen Afrikaans bestaan, maar slechts een overzeese variant of een dialect van het Nederlands’, zegt Den Besten. Dat is helemaal juist; daarom heb ik ook de invloed van niet-Europese talen heel nadrukkelijk genoemd. Of je dat ‘vreemdtalige invloed’ of ‘tweedetaalverwerving’ noemt, maakt weinig verschil. Uiteindelijk moeten de kolonisten toch sommige vormen van de tweedetaalsprekers overgenomen hebben.
Dat ik een bewering doe die niet klopt, is me niet duidelijk. Misschien is er een misverstand: de oudere taalfases aan de Kaap zullen behalve meer Nederlands dialect ook wel meer vreemdtalige invloeden laten zien, die dan allebei via onderwijs wat vernederlandst zijn.
Waarschijnlijk zijn Den Besten en ik het erover eens dat een vergelijking van verschijnselen in het Afrikaans met eigenschappen van Nederlandse dialecten nodig is om meer over het ontstaan van het Afrikaans te weten te komen. Daarbij moeten neerlandici samenwerken met deskundigen op het gebied van het Afrikaans en van de andere talen die in Zuid-Afrika gesproken werden en worden.
In alle boosheid van dit ogenblik mogen de Nederlandse en de Zuidafrikaanse regering geen verontschuldiging zoeken om de wetenschap spaken in het wiel te steken. Ze dienen een dergelijk werkverband krachtig te steunen.