Andere taalproblemen
U zult al wel begrepen hebben dat Nederlands van Nu een ander soort blad moet zijn dan Onze Taal. Natuurlijk krijgt onze redactie net zo goed als die van OT vragen over de voorkeurspelling, over hoofdletters, tussenletters, hen en hun, dan of als, enz. (zie J. Renkema in Nederlands van Nu 1982, 179). Maar daarnaast krijgen wij vragen over de goede uitspraak, over correct gebruik van uitdrukkingen en vooral over het juiste woordgebruik. Dat steeds weer dezelfde vragen terugkeren, is niet te vermijden.
En dan is er wel eens discussie: sommigen vinden dat het nu maar eens uit moet zijn met steeds dezelfde adviezen; anderen - en daar behoor ik toe - menen dat je nooit genoeg op hetzelfde aanbeeld kunt blijven hameren. De afwijkingen zijn er bij de gemiddelde Vlaming zo hard ingebakken, dat zelfs secretarissen van V.A.N.-afdelingen, van wie je toch kunt veronderstellen dat ze Nederlands van Nu lezen, hun leden uitnodigen voor een vergadering die doorgaat op...
Sommige fouten, zoals moest het gebeuren dat, op punt stellen, verderzetten, terug (i.p.v. weer), ik hoop van te komen lijken wel onuitroeibaar. De trouwe abonnees van ons tijdschrift verwachten trouwens in de eerste plaats taaladvies, taalzuivering. De nummers met veel taalwenken worden door de lezers dan ook gunstig beoordeeld. Vanzelfsprekend staan er ook artikelen in van taalbeschouwende aard, over taal- of woordgeschiedenis, cursiefjes, enz. Maar in tegenstelling tot Onze Taal kunnen wij het ons niet veroorloven afwijkende meningen af te drukken. Oeverloze discussies over de taalnorm zetten niet veel zoden aan de dijk. De politiek van V.A.N. en Nederlands van Nu was altijd gericht op de verspreiding van de standaardtaal, waarbij voor particularisme geen plaats is. Maar die doodernstige zorg voor het goede Nederlands laat niet veel ruimte over voor Opperlands.