De Woordenaar
Een omweg waard
J.J. Bakker
Tot de deugden van de Nederlandssprekende Belgen behoort niet in de laatste plaats hun gevoel voor degelijke en praktische lexicografie. De enige behoorlijke thesaurus en het enige retrograde woordenboek in ons taalgebruik zijn door Vlamingen gemaakt. Van Vlaamse oorsprong zijn ook respectabele neologismen-, rijmen uitspraaklexica. Het behoeft dus geen verbazing te wekken dat onze Zuidnederlandse taalgenoten blijken te beschikken over een origineel en uiterst bruikbaar verklarend woordenboek, dat in onze contreien helaas te weinig bekend is. Ik heb het over Verschuerens Modern Woordenboek, waarvan in 1979 de achtste druk verscheen onder redactie van dr. F. Claes.
‘De’ Verschueren is een geïllustreerd encyclopedisch woordenboek. Dat wil zeggen dat er tekeningen, schema's en foto's in staan, die beter dan een omschrijving duidelijk maken wat precies een kaapstander is, of een excentriek, of een passement. Comfortabel zijn ook de overzichten van bijvoorbeeld fonetische tekens, morseseinen, Nobelprijswinnaars en pausen. Uit die voorbeelden blijkt al dat het boek tevens een (beknopte) encyclopedie is. Het boek wemelt van trefwoorden-met-een-hoofdletter: geografische namen en bekende figuren uit heden en verleden. Door die opzet wordt een inconsequentie vermeden die mij in veel conventionele woordenboeken stoort, namelijk dat van een geografische naam alleen de afgeleide vormen (Jemeniet, Jemenitisch) zijn opgenomen, maar het stamwoord (Jemen) niet.
De artikelen zijn kort, maar naar mijn ervaring meestal toereikend: wie zich snel wil oriënteren over een persoon, heeft genoeg aan geboorte- en sterfdatum, foto en enkele regels biografie. Bij plaatsnamen wordt consequent de etymologie vermeld (Luik: [Leudicum, wsch. persn. Leudo + Kelt. acu, woonplaats]) en vaak ook afleidingen (Luik, Luikenaar, Luiks, Luiker).
Steeds wordt daarbij het gemeentewapen afgebeeld, al dan niet vergezeld van een ansichtkaartfoto. Zowel bij plaats- als persoonsnamen wordt de uitspraak gegeven, een unieke service die het mogelijk maakt om snel na te gaan hoe Saône, Tagore en Waugh dienen te klinken.
Fonetische en etymologische informatie wordt ook in ruime mate verstrekt bij lexicale woorden; weer zo'n extraatje dat mij bijzonder voor Verschueren inneemt. Die aanvullende gegevens zijn voor het goede begrip niet strikt noodzakelijk, maar altijd interessant. Men voelt zich als taalgebruiker in de watten gelegd door zo'n onbekrompen lexicograaf.
Hoe staat het met de kwaliteit van de omschrijvingen? In veel gevallen kan Verschueren de vergelijking met de grote Van Dale redelijk doorstaan, al ben ik wel op enige manco's gestuit. In het artikel ‘bloed’ ontbreken bijvoorbeeld verbindingen als vlees en bloed, in bloed smoren, bloed aan de paal en van den bloede. Achter paradigma staat maar één betekenis, terwijl Van Dale er vier geeft (waaronder de meest gebruikte: ‘algemeen kader van theorievorming van een bep. wetenschap in een bep. periode’). Een veelgebruikte voorzetselverbinding van het werkwoord zich verheugen, namelijk ‘zich verheugen in een goede gezondheid’, geeft Verschueren niet. Een enkele maal schemert de Vlaamse herkomst door de tekst heen, bijvoorbeeld in het artikel hand; daarbij staat een tekening waarop onder andere de onderdelen kneukel, lid en grote vinger zijn aangegeven - onderdelen die wij knokkel, kootje en middelvinger zouden noemen.
Maar dat is muggezifterij; al met al is Verschueren een uitstekend ‘alternatief’ woordenboek. Er bestaat een Nederlandse versie van, op de kaft na identiek aan de Belgische en uitgegeven (in het diepste geheim, geloof ik) door Thieme te Zutphen (prijs f 175,-). Nou ja, het boek is te bestellen en desnoods rijdt u er maar een keertje voor om.