Onze Taal. Jaargang 55
(1986)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 140]
| |
PCUdB■ Natuurlijk past het niet om op de achterzijde van dit maandblad opzienbarende ontdekkingen te doen: die horen elders in het blad thuis. De ontdekking die ik u nu ga onthullen is dan ook verre van opzienbarend; ik maak hiervan gewag om u voor teleurstellingen te behoeden. ■ Onopgemerkt en zelfs bestreden door de meeste taalgebruikers die ik geraadpleegd heb, is het volgende: we plegen te zeggen ik hou hem constant in de gaten met de nadruk op de eerste lettergreep van constant. Deze accentuering treedt alleen op als het woord in de betekenis van voortdurend wordt gebruikt en dan nog alleen in bijwoordelijk gebruik. ■ Hoe komt dat, vraag ik me dan weer af. ■ Invloed van het Engelse constantly? ■ Neiging tot hergermanisering van romaanse woorden? ■ Of invloed van de televisie (want daarmee schijn je alle vormen van afwijkend taalgedrag te kunnen verklaren)? ■ In dit verband is het aardig enige verklaringen onder de loep te nemen die voor het blij = maf-verschijnsel gegeven worden door lezers. ■ In het bijzonder zij en passant Jaap de Rooij bedankt voor zijn uitvoerige bijdrage. ■ (Voor een toelichting op het verschijnsel zelve, zie het juli/augustusnummer, waarin ik de kwestie heb aangekaart.) ■ De hypotheses kunnen in twee grote groepen worden geformuleerd: één collectie inzenders is van mening dat een woord als blij via ongemotiveerd blij en via religieus gemotiveerd blij de betekenis zou kunnen krijgen van ‘afwijkend van de normen’. Hieronder vinden wij weer lezers die enerzijds naar de roomse blijheid van weleer, anderzijds naar de EO-blijheid van thans verwijzen. ■ (Aha, invloed van de televisie, ziet u wel.) ■ De andere groep meent een parallel met het Amerikaanse slang-woord gay te zien: dit woord, van origine ‘vrolijk’ betekenend, heeft zich ontwikkeld in de richting van ‘homosexueel’ enerzijds en ‘maf’ anderzijds (don't be so gay schijnt een pendant te zijn van doe niet zo blij). ■ Hier wordt de invloed van het Engels dus weer verantwoordelijk gesteld voor het tienerjargon. ■ Wat mij betreft, ik ben persoonlijk blij dat ik niet over alles een oordeel hoef te hebben. ■ In dit soort gevallen heb ik altijd zoiets van het zal wel. ■ Als u overigens ook na hardop voorlezen de voorafgaande zin niet begrijpt, dan moet u nodig uw taalgebruik wat opdateren. ■ Wist u dat richting ook als voorzetsel gebruikt kan worden? We gaan nu richting Afsluitdijk, of, in meer overdrachtelijke zin Er zijn hier enkele opmerkingen richting bestuur gemaakt. ■ Om de een of andere reden heeft deze innovering voor mij een bureaucratische bijsmaak, vreemd genoeg. Hetgeen niet wil zeggen dat ik de ontwikkeling van richting richting voorzetsel goed of fout vind, daar ga ik nu eenmaal niet over. U, lezerspubliek, zij de jury. ■ Nu iets wat algemeen bekend lijkt, maar even goed de moeite waard om te vermelden blijft: ook op de drukknoptelefoons blijven we een nummer draaien. ■ Een telefoonnummer drukken of indrukken schijnt om de een of andere reden wel fysiek doenbaar, maar niet wringbaar uit de strot. ■ Over honderd jaar wellicht zal een andere vierkantjesschrijver aan uw verre nazaten vragen hoe we toch aan die vreemde uitdrukking komen van een nummer draaien. Ik stel voor dat u in verzegelde envelop de oplossing voor dit probleem naar de redactie stuurt, onder uitdrukkelijk beding dat de inhoud pas na honderd jaar geopenbaard mag worden. Dan kan mijn opvolger ophouden met zich het hoofd te breken over het probleem, want heus, hij zal ook wel andere dingen te doen hebben. ■ Of zij. ■ Vooral zij. ■ De laatste jaren is ook in dit tijdschrift aandacht besteed aan het feit dat het meewerkend voorwerp zonder voorzetsel dreigt te verdwijnen. We zeggen liever Jan geeft het boek aan Marie dan Marie geeft Jan het boek. Sterker geldt dit nog voor het zogenaamde bezittelijk meewerkend voorwerp: in plaats van je haalt me de woorden uit de mond hoort men dikwijls zeggen, heden ten dage: je haalt mijn woorden uit mijn mond. ■ Niet erg smakelijk natuurlijk. Maar waarom kan ik nu niet van u afscheid nemen met de woorden het ga voor uw wind? |
|