De toren van Babel
Wie zijn broer (2)
H. Heestermans
De melige, volkse humor bekoorde velen. Mevr. P.J.C. Elema uit Groningen attendeerde mij op Eric Partridge, A dictionary of catch phrases: British and American, from the sixteenth century to the present day (ed. by Paul Beale), London 1985, dat vol moet staan met deze soort uitdrukkingen. Natuurlijk had ik u vorige keer al moeten melden dat ook Nederland beschikt over twee boekjes met stoplappen, dooddoeners en clichés. Beide zijn geschreven door Inez van Eijk en uitgegeven door Het Spectrum: Ik zeg maar zo, ik zeg maar niks (1978) en Zo lust ik er nog wel een (1980). De meeste van mijn voorbeelden komen er niet in voor.
Verschillende lezers en lezeressen stuurden me hùn verzameling. Ik noem mevr. J.A. Pickée uit Twello, mevr. drs. L. de Graaf uit Oegstgeest, de heer A.J. Majoor uit Soest en vooral zr. J.B. van Straaten O.S.A. uit Hilversum. Ik geef hieronder een kleine bloemlezing. Voor zover ik heb kunnen nagaan, staan ze geen van alle in Van Eijk. Ik laat de zinnetjes voorafgaan door een of meer trefwoorden.
(mooi-lelijk; oud) Als ik zo lelijk was als jij, deed ik mijn moeder een proces aan.
Dat was het laatste wat Onze Lieve Heer in huis had.
Jammer dat zo'n koppie rotten moet (tot iemand die krullen heeft laten zetten bij de kapper).
(rijk) Hij verdient een goeie boterham, maar hij heeft geen tijd om hem op te eten.
(uiterlijk; kleding) Ben je verliefd? (tot meisje met afzakkende onderjurk). Misschien kan de kapper er een krul in knippen (tot iemand met steil haar).
(verwerping; afwijzing) (Het kan me niet schelen) Schelen zijn de mooisten niet.
Heb je 't tegen mij? Dan heb je 't tegen mijn kont ook.
Smeer 't maar in je haar.
Je kunt de pot op met een deken om voor het tocht vatten (variant: dan kun je bullen poepen).
(nadenken) Ga 't 'ns aan de buren vragen (tot iemand die lang nadenkt bij het kaarten).
((lastige) kinderen) Je moet je oren achteruit laten zetten, dan kun je nog een grotere mond opzetten.
Eerst leren ze je praten, en als je 't kunt moet je je mond houden.
Moet ik het inpakken of maakt hij het hier kapot? (eigenaar van een speelgoedwinkel tot de moeder van een jongetje dat al flink in de weer is). Jongen, ga naar huis in een kinderstoel zitten jojoën (leraar tot domme leerling).
(schelden; spotten) Schelden doet geen zeer, slaan veel meer.
Hij zegt niks, maar God hoort 'm brommen (tot iemand die niet reageert als hij bespot wordt).
(open gulp) Je boordeknoopje zit los, ... lager,... lager.
Gefeliciteerd met de opening van je nieuwe zaak.
(geloven) (Dat geloof ik niet.) Het geloof kan ik je niet geven, een hoop kan ik je toedraaien.
(Ik geloof dat...) Geloven doe je maar in de kerk.
(tijd) (Hoe laat kom je?) Om 'n uur of zo.
(Hoe laat is het?) Vel over been (iemand kijkt op zijn pols zonder horloge).
(ongeluk) Treur maar niet, er zijn er meer ongetrouwd (tot een jong meisje dat zucht).
Het zal je opbreken als een hondje een metworst.
(geruststelling) (Het geeft niets.) Gaf 't maar wat, dan hadden we tenminste nog iets.
(verwonding) Was er geen plaats naast? (tot iemand die in zijn vingers snijdt).
(thuis) Zoals het klokje thuis tikt, tikt het in de lommerd ook.
(eten) (Ik heb goed gegeten.) Mooi, dan kun je lappen kakken (woordspeling goed-lappen).
(Dat lust ik niet.) Dan zet je 't maar zeven voet van je, dan ruik je 't ook niet.
Heeft aangebrand ook pootjes, moeder Aag?
(onfatsoen) Bent u al lang dame? (tot een mevrouw die een ongepaste uitdrukking bezigt).
(kijken) Wat kijk je naar me? Heb ik soms wat van je aan?
(alcohol) Dat hoor je niet in de kerk (ploffen van een kurk).
(einde) (Alles heeft een eind.) Behalve een worst, die heeft er twee.
Nou ben ik uitgepoept (dat is alles wat ik weet, wat ik te zeggen heb).
Tot slot nog twee langere.
Twee dikke dames in de tram, moeder en dochter. Bij het uitgaan talmt de dochter. Conducteur: ‘Mevrouw, vergeet de kleine niet.’
Een zwangere vrouw krijgt, bij het uitgaan van de tram, een por in haar buik. Zegt: ‘Hé, pas op de kleine.’ Man: ‘Ik zie geen kleine.’ Vrouw, op haar buik wijzend: ‘Dacht je dat dit een muggebeet was?’