Onze Taal. Jaargang 55
(1986)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 72]
| |
PCUdB■ Hoe gaan die dingen? Door extra congresnummers van Onze Taal en vanwege bijna geheel aan prijsvraaguitslagen gewijde aprilnummers van je lijfblad, raak je een beetje achterop met het beantwoorden van interessante brieven. ■ Dus haast je je, in het mei-nummer alsnog een oude bijdrage van D.J. Bats uit Papendrecht in behandeling te nemen. ■ Deze D.J. Bats heeft de oude en de nieuwe Van Dale met elkaar vergeleken en heeft geconstateerd dat in de vorige druk categorisch (kategorisch) wordt gesteld dat categoriaal wel, en categoraal niet bestaat. ■ De nieuwe Van Dale daarentegen staat beide woorden toe met een uiterst subtiel verschil in betekenis dat ook weer een zekere overlapping heeft met categorisch (2). ■ D.J. Bats vraagt zich, waarschijnlijk niet zonder enige ironie, af of dit taal in ontwikkeling is. Zelf sla je de Hedendaagse erop na, en je concludeert dat, alle bijdetijdsheid van dit boek ten spijt, categoraal niet wordt vermeld. ■ Als dit taal in ontwikkeling is, welke ontwikkeling is hier dan exact gaande, vraag je je met D.J. Bats af. ■ Hoe gaan die dingen? Je denkt in maart aan het aprilnummer een pikante duit in het nationaal-politieke zakje te kunnen toevoegen in de veronderstelling dat een Commissaris der Koningin zich tot minister laat benoemen, en wat blijkt? De lafaard doet het niet! Natuurlijk voel je je dan genomen, in het bijzonder omdat je nu je excuses aan de lezers moet aanbieden. ■ Hoe gaan die dingen? Je hebt één vrouw, het is heel simpel, je blijft haar trouw. Maar op een ochtend, dan denk je hé, mijn god nog aan toe, het zijn er twee. ■ Je mag nu niet verder citeren, want dan zou je de auteurswet schenden: bovenstaande regels stammen uit een musical van Annie Schmidt, Heerlijk duurt het langst geheten. ■ Citeren op kleine schaal met bronvermelding mag, dat weet je, dus vandaar deze vermelding. ■ Maar waar het jou nu om gaat, dat is het gebruik van je in bovenstaande regels. Waarom bedient spreker/zanger zich hier van het onpersoonlijk gebruikte je, terwijl gewoon ik wordt bedoeld? ■ Je zou kunnen denken dat je hier als een versluieringstechniek wordt gebruikt: door je te gebruiken, poneer je dat jouw geval niet uniek is. ■ Als deze indruk waar is, dan zou je dit je hoofdzakelijk in excuserende stijlvormen verwachten. En jawel hoor, als je je eigen bijdrage nog een keer overleest dan blijkt dat drie keer als de stijlvorm met je wordt gehanteerd, deze vorm wordt ingeleid met een al even vervagende, retorische vraag Hoe gaan die dingen? ■ Hoezo, welke dingen zou je je kunnen afvragen, maar dat doe je juist niet, je bedoelt met die dingen al die dingen die een ander ook wel eens meemaakt, al die dingen waarover een ander jou de les zou kunnen lezen, en jij bent die ander een stap voor door jouw valse passen (je weet weer eens niet dat faux pas in het Nederlands door misstap vertaald wordt en prefereert een ridicuul gallicisme, ook dat nog) in de schoenen van jouw opponent te schuiven, opdat deze gecompromitteerd, gecommiteerd, en zelfs geëncanailleerd worde. ■ Maar van deze nuance vind je geen spoor - de nuance dus van je-excuus - in de Algemene Nederlandse Spraakkunst. ■ Dit handboek meldt slechts dat het onbepaalde je spreker èn hoorder includeert, in tegenstelling tot men. ■ Je bent dan geneigd tegen te werpen dat er wel meer verschillen zijn: ten eerste kan men uitsluitend als onderwerp gebruikt worden, ten tweede zul je nooit men zeggen als je in feite alleen jezelf bedoelt, en ten derde - ja, wat ten derde? Dat ben je vergeten. Hoe gaan die dingen? ■ Hoe dan ook, een interessant terrein, waarop de ANS duidelijker uitspraken zal behoren te doen. ■ Echter, wat blijkt nu? Die hele excusetheorie van jou, daar klopt niets van. Een collega vertelt je dat hij brieven krijgt van jeugdige dames die ook de meest zakelijke informatie in de je = ik-stijl schrijven. Je zit op de Mavo en je hebt al drie jaar verkering met Kees. Zoiets. ■ Is hier sprake van taal in ontwikkeling, of hoe gaan die dingen eigenlijk? ■ In ieder geval dank je P. Westendorp dat hij jou op dit verschijnsel opmerkzaam heeft gemaakt. |
|