Taalcuriosa
Het cyclische woord
Jules Welling - Best
Het meest curieuze getal dat ik ken, is 142.857. Waarom juist dat getal? Vanwege het curiositeitsgehalte natuurlijk. Het heeft een eigenschap die geen enkel ander getal onder 1.000.000 (één miljoen) heeft: het is cyclisch. Bij vermenigvuldiging met natuurlijke getallen keren in het produkt steeds dezelfde cijfers in dezelfde volgorde terug:
1 × 142.857 = 142.857,
2 × 142.857 = 285.714,
3 × 142.857 = 428.571,
4 × 142.857 = 571.428,
5 × 142.857 = 714.285,
6 × 142.857 = 857.142.
Is dat een curiosum of niet?
Ik heb me natuurlijk afgevraagd of een dergelijk fenomeen ook in de taal bestaat, en zo niet of het te construeren zou zijn. Nu bestaat de vermenigvuldiging natuurlijk niet in de taal, maar letters kunnen evengoed als cijfers ‘doorgedraaid’ worden; de achterste letter schuift door en wordt in het volgende woord beginletter.
Het kunstje is in het begin heel eenvoudig en leidt in de taal veel eerder tot resultaten dan in de cijferleer. Met twee letters is het heel simpel, bijvoorbeeld ‘al-la’, ‘po-op’ enzovoort, maar met drie letters wordt het al direct een stuk ingewikkelder. Maar het gaat nog wel, bijvoorbeeld ‘nee-ene-een’ of ‘ree-ere-eer’. Daarna wordt het pas echt moeilijk.
Ik heb vele uren, wellicht een betere zaak waardig, gezocht naar het cyclische woord van vier letters, maar ik moet toegeven dat ik er niet echt uitgekomen ben. Het beste voorbeeld tot nu toe werd mij aangereikt door schaakarbiter Geurt Gijssen: ‘Sisi-Isis-Sisi-Isis’, waarin een frisdrank en een Egyptische godin om elkaar heen draaien. Ik ben onderhand geneigd aan te nemen, dat een echte cyclische streng in goed Nederlands niet bestaat, zelfs niet bestaan kàn, maar helemaal zeker ben ik er niet van. Wellicht kan een lezer mij van dit trauma af helpen.