Geografische verwarring
In het Frans heeft de pintade in de middeleeuwen een andere naam gehad. Men wist dat de vogel in Abessinië (Ethiopië) voorkwam en aangezien men het idee had, dat Abessinië bij Indië hoorde, werd hij in het middeleeuwse Latijn gallina de India en in het Frans uit die tijd coq d'Inde of poule d'Inde genoemd. Afgekort werd dat dinde. En nu kom ik toe aan de verwarring waarover ik het in de tweede alinea had. Toen Mexico in 1520 door de Spanjaarden veroverd werd, ontdekten ze daar de kalkoenen, die door de Azteken als huisdier gehouden werden. De Spanjaarden brachten deze Middenamerikaanse en Westindische vogel al spoedig naar Europa, waar de exotische hoendersoort gemakkelijk de naam van het parelhoen kon overnemen. Dat is in Frankrijk gebeurd: de kalkoen werd dinde genoemd. Ook de verwarring tussen de Indiës heeft natuurlijk een rol gespeeld; de vogel kwam wel degelijk uit Indië, uit West-Indië.
Dinde was aanvankelijk de soortnaam ‘kalkoen’ en de naam van de kalkoense haan. Later - aan het eind van de zestiende eeuw - werd de haan dindart genoemd en de hen dinde. Het jong was een dindon, zoals een chaton een jong katje is. Nog later werd de dindon het mannetje en kwam dit woord dus in de plaats van dindart. Als nieuwe benaming voor het kuiken ontstond toen - ongeveer halverwege de zeventiende eeuw - de dindonneau. Het achtervoegsel -eau kan in het Frans dienen om verkleinwoorden te vormen, zoals lionceau (lion), renardeau (renard), jambonneau (jambon) en dus ook pintadeau en dindonneau. Dat je in restaurants altijd het parelhoenkuiken en het kalkoenkuiken krijgt opgediend, komt waarschijnlijk doordat men denkt dat jong vlees malser klinkt. De vergelijking met lamsvlees dringt zich op.
Niet alleen in het Frans heeft de kalkoen een oudere benaming van het parelhoen overgenomen, ook in het Engels. Vóór de zestiende eeuw associeerden de Engelsen het parelhoen met Turkije. Misschien deden ze dat omdat ze Turkije simpelweg als een ver oosters land zagen, misschien ook omdat de Portugezen die de vogels meebrachten, in hun handel wel iets te maken hadden met Turkije. Een turkey wàs dus een parelhoen, maar nu ìs hij al vier en een halve eeuw een kalkoen.