Verdwijnende datief
J. Beishuizen - Huizen
Een opmerkelijke, mijns inziens aan het te kort schieten van ons taalonderwijs toe te schrijven ontwikkeling is het verdwijnen van de datief. Dit verschijnsel valt zelfs bij auteurs van naam in onze ‘kwaliteitskrant’ NRC Handelsblad te constateren. Uit de editie van 10 augustus 1985 haal ik de volgende, van Renate Rubinstein afkomstige zin: ‘Zeker, toen Karel van het Reve het had over de ongelofelijke slechtheid van het opperwezen, werd hij door verontwaardigde lezers, die (!) het onderwerp dus niet koud laat, beschuldigd van godslastering.’
Adriaan van Dis schrijft (in hetzelfde nummer): ‘Het verhaal over de AIDS-patiënt die (!) wegens besmettingsgevaar de huur was opgezegd en die in een tehuis voor daklozen moest worden ondergebracht.’
Klaarblijkelijk heeft men geen oog, respectievelijk gevoel meer voor het toch zo wezenlijke verschil tussen meewerkend en lijdend voorwerp.
Alle grammatica's vermelden nog onveranderd dat in de bijzin wie fungeert als meewerkend voorwerp, te herkennen door er aan of voor aan toe te voegen. Ik zie dit als een ernstige verarming van het taalgebruik. Hoe denken andere vrienden van onze taal hierover?