Taal en rekenen
Vergelijkingen
Wim Voortman - Rijswijk
De heren Rang en Granaada begonnen in Onze Taal 1985 op blz. 46 en 47 een discussie over de rekenkundige waarde van de uitdrukkingen ‘twee keer groter’ en ‘twee keer zo groot’. Daarop volgde een tegenwerping van J. Hoenderkamp op blz. 69. De heer Rang had (voorlopig) het laatste woord met een zowel taalkundige als rekenkundige uiteenzetting op blz. 107.
Een probleem dat vergelijkbaar is met de vraag hoeveel groter drie maal groter is, doet zich voor bij groter dan/kleiner dan. De laatste tijd worden steeds vaker uitdrukkingen als drie maal zo klein (of zelfs: drie maal kleiner) gebruikt in de betekenis 1/3 maal zo groot. Blijkbaar is men er zich dan niet van bewust dat n maal zo klein hetzelfde betekent als n maal zo groot.
Een voorbeeld kan dat verduidelijken. We zijn geneigd de wereld om ons heen aan onszelf af te meten, daarom noemen we een walvis groot en een muis klein. Groot en klein zijn echter relatieve begrippen en hebben slechts betekenis als we weten in vergelijking waarmee iets groot of klein is. Het gebruik wil nu eenmaal, dat we bij het aanduiden van relatieve begrippen meestal dat begrip kiezen dat op iets groots wijst. Zo spreken we van de grootte van een muis, van de breedte van een nauwe steeg en vragen we hoeveel een blinde nog kan zien. De oorzaak van dat gebruik zal wel eerder een psychologische dan een taalkundige achtergrond hebben, vooral ook omdat in groter, enz. dikwijls impliciet het begrip beter zit.
Nu terug naar de muizen. De lichaamslengte van een huismuis is ongeveer dezelfde als die van een bosmuis. We noemen die muizen dan ook ongeveer even groot (of, minder gebruikelijk, even klein). Zo groot als een huismuis betekent dus hetzelfde als zo klein als een huismuis. De lichaamslengte van een bruine rat daarentegen kan wel tot driemaal die van een huismuis bedragen. Een bruine rat kan dus in lengte drie maal zo groot als een huismuis zijn (of, weliswaar ongebruikelijk, maar niet onjuist: drie maal zo klein). Als we andersom vergelijken zullen we breuken moeten gebruiken: een huismuis is in lengte ongeveer 1/3 maal zo groot als een bruine rat.
Het bovenstaande is geen debatteertruc in de geest van: een halfvol glas is een halfleeg glas, dus een vol glas is een leeg glas, dus heb ik na tien glazen nog niets gedronken. De uitdrukking n maal zo groot (klein) als een muis betekent gewoon n maal een muis, en wie denkt breuken te kunnen vermijden door te beweren dat een huismuis drie maal zo klein is als een bruine rat beweert in feite dat huismuizen bijna een meter lang kunnen worden. Het leek mij een goede zaak te proberen deze onzin buiten onze taal te houden, bijvoorbeeld door er in Onze Taal aandacht aan te besteden.