Van Woord tot Woord
Alexander de Grote
Marlies Philippa
Alexander blijft me achtervolgen. Zozeer zelfs, dat ik u nog een maand moet laten wachten op het artikel dat ik eigenlijk voor het decembernummer bedoeld had. Ondertussen zwelt mijn kat Iskander van trots. Hij bereikt een fameuze grootte en denkt dat het allemaal over en om hem gaat.
Er zijn een paar lezers van Onze Taal die enkele beweringen van mij over Alexander en zijn stad in twijfel trekken. Zo schrijft de heer Dirksen uit Leiden: ‘De naam Alexander heeft als Arabisch equivalent Iskandar en
nooit al-Iskandar zoals door de schrijfster wordt gesuggereerd, evenmin als el-Mustafa voorkomt naast Mustafa.’ Het spijt mij voor hem, maar in mijn Arabisch-Engels woordenboek van Wehr en Cowan staat op bladzijde 520 El Moestafa ‘de gekozene, de uitverkorene’ (
) genoemd als epitheton, als toenaam van de profeet Mohammed. Ik ken trouwens toevallig iemand - een Marokkaan - die El Moustapha heet! Een Egyptenaar vertelde me, dat je in het Arabisch het lidwoord
al/el niet voor alle namen kunt zetten, maar dat het bij vele wel mogelijk is, zoals bij de 99 benamingen voor Allah. Niet zo verwonderlijk, omdat dat allemaal adjectieven zijn. En zo, op grond van het al dan niet voorkomen van het lidwoord vóór namen, ben ik tot mijn verklaring gekomen van het Arabische equivalent
Iskandervoor ons Alexander, een equivalent dat de heer Dirksen als een uit de lucht gevallen gegeven opvat.
Was het dus voor de persoonsnaam Alexander al mogelijk in al het lidwoord te zien, voor de plaatsnaam Alexandria/Al Eskandariya geldt dat eveneens en misschien nog meer. Heel veel Arabische plaatsnamen beginnen met het lidwoord El, zoals El Qahira en El Ismaliya. In de spreektaal en in onze westerse weergave wordt dat lidwoord meestal weggelaten, zodat wij spreken over Caïro - o, die klemtoon; ik hoor de laatste tijd veel te vaak Cáiro en Alexándrïe zeggen - en Ismailia. El/Al in Al-exandria past dus prachtig in dat patroon. De heer Dirksen zegt evenwel: ‘Het Arabische al in al-Iskandariyya heeft niets te maken met de eerste twee letters van ons Alexandrië, de parel van de Middellandse Zee.’ Hij meent dat de naam rechtstreeks is afgeleid van Iskandar (zonder al) en dat pas toen het een plaatsnaam was, het lidwoord erbij is gekomen, zoals dat ook bij Ismaliya is gebeurd. Maar hoe stelt hij zich dat dan voor? Bij de Arabische verovering in 642 bestond de stad Alexandria al zo'n duizend jaar. Toen de bevolking zo langzaam aan Arabischtalig werd, kon er gemakkelijk een herinterpretatie van de naam gaan ontstaan. Het lijkt weinig waarschijnlijk dat de stad opnieuw is genoemd naar een ‘Iskander’. Je kunt dit toch niet vergelijken met Ismailia, dat pas in de vorige eeuw vernoemd werd naar de khedive Ismail Pasja!
Een andere lezer, G.J. Westerink uit Veenendaal heeft niets aan te merken op de naam van Iskander zelf, maar wel op zijn toegevoegde naam. Hij denkt dat ik, met als illuster voorbeeld ‘Seul sur le Monde’ (in plaats van ‘Sans Familie’) De Grote, de toenaam van Alexander, zelf in het Arabisch heb vertaald en zo tot El Akbar ben gekomen. In zijn ervaring wordt Alexander nooit Iskandar el Akbar genoemd, maar wordt hem steeds het epitheton Dzoe'lqarnain ‘met de twee horens’ gegeven. Ik kan hem geruststellen. Ik ben niet zelf aan het vertalen geslagen. In dat geval had ik zeker gesproken van Iskander ‘el kabier’. Tenslotte betekent kabier groot en is akbar wat meer: ‘groter’, ‘zeer groot’ of ‘het grootst’. En natuurlijk weet ik wel dat Allah ook akbar is, maar ik zou onze grote veldheer niet met God hebben durven vergelijken.
De heer Westerink heeft gelijk als hij stelt, dat één van de bijnamen van Alexander
Dhoe'l-qarnain (
) is, degene die voorzien is van twee hoornen, de tweehoornige. In de Koran, in de achttiende soera, een soera die ‘het hol’ of ‘de grot’ wordt genoemd, gaan de verzen 82 of 83 tot en met 98 over hem. De naam Iskandar wordt daar niet genoemd, maar alleen het epitheton, in de vertaling van J.H. Kramers ‘de Hoornenman’. Westerink heeft een andere vertaling geraadpleegd, waarin staat dat de horens op twee manieren te duiden zijn: Alexander is op munten afgebeeld als Jupiter Ammon met twee horens, maar men kan hem ook zien als Heer van het Oosten en van het Westen.
Alexander is dus inderdaad de hoornenman, maar dat is niet zijn enige toenaam. In de Arabische wereld wordt hij ook El Makdoeni ‘de Macedoniër’ genoemd. En in Egypte is, naar ik me heb laten vertellen, de naam Dhoe 'l-qarnain wel bekend, maar vooral door die soera uit de Koran. Iedereen noemt hem daar El Akbar!