Nogmaals ‘twee keer groter’
L.A. Rang - wiskundeleraar, Driebergen
Ik prik in mijn woordenboek een paar Nederlandse woorden en zet die achter elkaar. Er staat dan ‘afhankelijk doelman blaffen chocolade’. Dit rijtje woorden vormt geen Nederlandse zin. Ik doe zoiets nogmaals en noteer het rijtje ‘b is vijf keer groter dan a’. Ook dit rijtje vormt geen Nederlandse zin, zie de artikelen ‘Omzet twee keer groter’ en ‘Taal en rekenen’ op blz. 46-47 van het aprilnummer.
In een reactie op beide berichtjes noteert een lezeres (L) op blz. 69 van het juni-nummer dat het tweede rijtje woorden wel een zin is. Ik citeer: De Fransen zeggen het heel juist ‘cinq fois plus grand’, dat is vijf keer groter dan het reeds is, en dus toegenomen met een vijfvoud tot een zesvoud.
L beroept zich op het Frans: het rijtje ‘b est cinq fois plus grand que a’ is een correcte Franse zin. De betekenis is ‘b is vijf keer zo groot als a’. L beweert echter dat het betekent, dat b het zesvoud van a is. Vervolgens redeneert L: het Franse rijtje is correct en dus is het rijtje ‘b is vijf keer groter dan a’ een correcte Nederlandse zin met de betekenis ‘b is het zesvoud van a’. Zo wordt krom Nederlands goedgepraat door met een kromme redenering te verwijzen naar een niet begrepen constructie in een andere taal.
Ik weet overigens niet, of het verkeerde gebruik van de comparatief (de vergelijkende of vergrotende trap) een gevolg is van onjuist vertalen uit het Frans. Is dat wèl zo, dan is de oorzaak waarschijnlijk dat men niet een zin vertaalt, maar een rijtje losse woorden.
Dat er in het Nederlands met de comparatief gerommeld wordt, kan een andere oorzaak hebben: bij de comparatief kan men denken aan optellen (de additieve methode) maar ook aan vermenigvuldigen (de multiplicatieve methode). Om dat duidelijk te maken grijp ik naar het Frans (!). Elke Franstalige kan dat uitleggen; ik gebruik als bron M. Grevisse, Le bon usage, hèt standaardwerk voor de Franse grammatica, par. 363.4.
In beide talen hebben we twee gevallen te onderscheiden:
1. a is de helft van b.
2. a is een derde van b, a is een vierde van b, enz.
Het eerste geval: a is de helft van b. In dit zinnetje wordt a uitgedrukt in b: a = ½b
Hoe wordt nu b uitgedrukt in a? Dat kan additief: ‘b est une fois plus grand que a’. In het Nederlands ook! Hoewel niet zo gebruikelijk is het toch correct om te zeggen ‘b is eens zo groot als a’. (b = a + a).
Het kan ook multiplicatief: ‘b est deux fois plus grand que a’; in het Nederlands: ‘b is twee keer zo groot als a’. (b = 2a).
Voor alle andere gevallen geldt (met als voorbeeld vijf): a is een vijfde deel van b (a = ⅕b). Om nu b in a uit te drukken wordt UITSLUITEND de multiplicatieve methode gebruikt: ‘b est cinq fois plus grand que a’, in het Nederlands ‘b is vijf keer zo groot als a’ (b = 5a).
De additieve methode wordt derhalve alleen gebruikt bij de factor 2. Slordigheid brengt journalisten ertoe de additieve methode ook bij andere factoren te gebruiken.
Inmiddels is opnieuw duidelijk: ‘b est cinq fois plus grand que a’ betekent NOOIT ‘b is het zesvoud van a’. Wie schrijft ‘b is vijf keer groter dan a’ is onzorgvuldig; niet de lezer is slordig als hij het niet begrijpt, maar de schrijver.