Van penning tot dinar
De ene penning is de andere niet. Vroeger was de penning een gewoon betaalmiddel, te vergelijken met de hedendaagse gulden of het dubbeltje. Nu hebben we penning alleen nog als woord, onder andere in de betekenis ‘geld’. ‘Verschuldigde penningen’ zijn met ‘gerede penningen’ te betalen. En iemand die ‘op de penning’ is, is nogal zuinig op zijn centjes. Maar je kunt geen brood meer kopen voor een paar penningen. Vroeger wel. In landen als Engeland en Duitsland bestaat de penning nog: penny en Pfennig.
Met een penning werd een denarius bedoeld. Van de achtste tot de dertiende eeuw was de denarius in West-Europa de enige muntsoort van naam. Het is een zeer oude munt, die al uit de Romeinse tijd stamt. Denarius betekent ‘tientje’. De Romeinen hadden als basismunt de as en een stuk van tien as, een tientje dus, was een denarius.
Later, in de middeleeuwen, verspreidde deze munt zich over heel de toenmalig beschaafde wereld. En daarbij kon het woord denarius verbasteringen ondergaan. Tot dinar bijvoorbeeld. Dinar, een muntsoort die nu nog bestaat in Joegoslavië, maar ook in Arabische landen, zoals Irak, Jordanië, Koeweit en Tunesië. In Frankrijk werd de denarius denier genoemd. U kent de denier waarschijnlijk wel uit de textielindustrie: je hebt nylon kousen of panties van 20, 30 of van 60 denier. Hier is denier natuurlijk geen geldwaarde: een kous van 30 denier hoeft niet duurder te zijn dan één van 20. Maar zij is wel dikker, en zwaarder.