Onze Taal. Jaargang 54
(1985)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 85]
| |||||||||||||
X IJ Z
| |||||||||||||
IJ, ij, hoe zit dat?
| |||||||||||||
Plante- en dierenamen
| |||||||||||||
De Hedendaagse
| |||||||||||||
[pagina 86]
| |||||||||||||
keurig lijstje met alle gebruikte aanduidingen staat, wat moet ik als Onze-Taallezer dan denken van mijn recensent? Dat hij over een lijn moet struikelen voordat hij hem opmerkt? Over ordinaire slordigheid gesproken. ‘Hetzelfde geldt voor de herkomstaanduidingen’ om het in Jeejees eigen woorden te zeggen. Alleen woorden die regelrecht ontleend zijn en waarbij de herkomstaanduiding een indicatie kan zijn voor de uitspraak, hebben een markering. Spotten krijgt die markering dus niet, want het is geen Engels woord vanwege de Nederlandse uitgang. Sweater evenmin omdat de uitspraak in het Nederlands niet de Engelse is.
Ook dit is allemaal in de inleiding van NN verantwoord en het boek is vrij consequent in de toepassing van die regel. Dat gewone gebruikers meestal niet de inleiding van hun woordenboek lezen is bekend, maar dat een bespreker dat niet doet is onvergeeflijk. Toch moest de redactie Jeejee maarniet de laan uit sturen. Hij moet maar zorgen dat hij net zo goed gaat lezen als hij schrijft. Misschien is hij zo ver als de nieuwe Koenen verschijnt. | |||||||||||||
Naschrift
| |||||||||||||
Groetwoorden
| |||||||||||||
Over Zijn en Hebben
| |||||||||||||
[pagina 87]
| |||||||||||||
bij het in oorsprong meer actieve ‘treffen’ hoort hebben. Vergelijk nu eens de volgende zinnen:
De grens tussen worden (geworden zijn) als koppelwerkwoord en het hulpwerkwoord van de lijdende vorm, worden (geworden zijn) is blijkbaar niet steeds scherp te trekken. De etymologische verwantschap van worden met het Latijnse vertere (wenden, keren) wijst op een grondbetekenis ‘veranderen in’ zowel van hulpwerkwoord als van koppelwerkwoord. ‘De melk is gekookt (geworden)’ = ‘Men heeft de rauwe melk in gekookte veranderd’, ‘De melk is zuur geworden’ = ‘De zoete melk is in zure veranderd’. Ook bij ‘ik ben gevallen’, ‘ik ben gekomen’, ‘ik ben gevlucht’ zit nog iets van koppelwerkwoord met bijvoeglijk naamwoord, al zijn het nu gewoon voltooid tegenwoordige tijden van ‘vallen’, ‘komen’ en ‘vluchten’.
‘Er wordt gesneuveld’ mag niet van T. Hoekstra; maar stel u nu eens voor: Nero bij de gladiatorenspelen. Weinig actie. Er is nog nauwelijks een druppel bloed gevloeid. Zou de keizer dan niet geërgerd kunnen uitroepen: ‘Hoe zit dat, wordt er hier vandaag nog gesneuveld?’ Gaat hier de keizer niet boven de grammatici? |
|