Ludens Lingua
J. Jumbo
In een vorig nummer kondigden wij aan ons ernstige zorgen te gaan maken over de taalbezorgden in het algemeen en de kommazifters in het bijzonder. Wij propageren een ludieke aanpak, dus schreven we een soort spreekwoordenconcours uit. Dit nu bleek een slechte start. Men verweet ons dat wij niet telefonisch wilden ‘corresponderen’ over de spelregels. Men stuurde verminkte spreekwoorden in, zoals ‘Wie een kuil graaft voor een ander is een werknemer’. Of nog erger, men probeerde door uitgevers geweigerde manuscripten met aforismen te slijten: er zijn inderdaad goede stuiverromans, maar die zijn duurder. Graag willen wij benadrukken dat men zich strikt aan de opdracht dient te houden.
Het ergste durven wij amper te vertellen: er kwamen veel telefoontjes met de vraag: Wat is een spreekwoord? Of met opmerkingen als ‘Spreekwoorden zijn toch uit de tijd?’ Wij schrokken, maar hadden dit vermoed. Deze tweede aflevering van spelend in taal gaat over spreekwoorden en zegswijzen.
Dit vooraf: een spreekwoord is een gezegde dat kernachtig een erkende waarheid of wijze les uitdrukt, bijvoorbeeld ‘Oost, west, thuis best.’ Een zegswijze, spreekwijze of gezegde is een vaste uitdrukking, bijvoorbeeld ‘Leven als God in Frankrijk’. Een zegswijze bevat in tegenstelling tot een spreekwoord geen wijze les. Maar de grenzen zijn niet duidelijk te trekken. Het bekendste werk op dit gebied is van dr. F.A. Stoett. De samensteller neemt gemakshalve alle vier termen op in de titel: Nederlandse Spreekwoorden, Spreekwijzen, Uitdrukkingen en Gezegden (Zutphen, Thieme en Cie, 1943, vijfde druk). Twee prachtige rode banden! Echt iets voor u.
Is het u wel eens opgevallen dat er tegenwoordig geen nieuwe spreekwoorden meer ontstaan? Per dag krijgt onze taal er vijf woorden bij. Maar een markant spreekwoord of puntig gezegde? Ho maar. Kunnen wij niet meer beeldend spreken? Nee, dat is de oorzaak niet. Wij zijn niet volks genoeg. Dat is het. Maar, wij kunnen spreekwoorden of uitdrukkingen wel nieuw leven inblazen. Wij hebben het ons zelf te verwijten dat de spreekwoorden verdwijnen. Wie likt er nu nog een kandeleer? Wie hangt er nog een huik naar de wind. Die beelden hebben afgedaan. Maar... de ideeën, de volkswijsheden zijn springlevend.
Wat moet u doen? Neem een spreekwoord of zegswijze, wacht het moment af waarop uw gezellige avond vervalt in sleurspraak, prietpraat of clichétaal en vraag dan uw gasten een spreekwoord te vertalen, bijvoorbeeld:
1a. | In het huis van de gehangene spreekt men niet over de strop. |
1b. | Men stuurt geen adreswijziging naar iemand die nog in de computer zit. |
2a. | Bezint eer ge begint. |
2b. | Koop geen auto voor je de uitvoering van volgend jaar kent. |
3a. | Men moet de huid niet verkopen voor men de beer geschoten heeft. |
3b. | Noem niet de hoogte van je uitkering voor je bij de sociale dienst bent geweest. |
Stuur uw vondsten binnen drie weken na het verschijnen van dit nummer naar Onze Taal, Prinsessegracht 23, 2514 AP Den Haag. De jury zal bestaan uit Battus, Nico Scheepmaker, Ivo de Wijs en de redactie. (Zij die meent een geschikte kandidate voor deze functie te kennen wordt uitdrukkelijk verzocht ons op haar te attenderen.)
De inzenders van de fraaiste vondsten krijgen als prijs een spreekwoordenboekje (niet het werk van Stoett) en een extra exemplaar van Onze Taal waarin de beste inzendingen staan afgedrukt.