De toren van Babel
Betekenis
H. Heestermans
Hebt u zich wel eens afgevraagd wat u allemaal weet wanneer u de betekenis van een woord kent? In onze hersenen is heel wat aan gegevens opgeslagen.
U gebruikt de woorden pienter, slim en schrander op een correcte manier, ook al kunt u er, indien u erom werd gevraagd, niet onmiddellijk een definitie van geven. U weet echter wat ze betekenen in een zin als: een slimme, pientere, schrandere leerling. Dat is een leerling die goed kan leren. De woorden zijn daar vrijwel synoniem met intelligent. De betekenis verandert echter als we een ander zelfstandig naamwoord gebruiken. Een intelligente hoogleraar is wat anders dan een slimme hoogleraar. Bij die slimme denk ik niet aan iemand die over grote intellectuele vermogens beschikt en daarom goed is in zijn vak; een gedachte die ik wèl heb bij de intelligente soort. Het is eerder iemand die tijdens vergaderingen van de faculteitsraad of van het College van Bestuur op gehaaide wijze het debat weet te sturen, subsidies weet los te krijgen of projecten weet op te zetten. Hij is snel en handig in het bedenken van listen, gevat in het ontzenuwen van argumenten van zijn tegenstander. Slim is in de intelligentie-betekenis waarschijnlijk beperkt tot personen die leren (leerling, student). In verbinding met beroepsaanduidingen krijgt het woord de betekenis ‘gehaaid, gewiekst’: een slimme koopman, een slimme hoogleraar; een slimme cafébaas had de stoeltjes al vroeg in het voorjaar op het terras gezet. De combinatie pientere hoogleraar lijkt me nauwelijks mogelijk.
We weten veel, maar we weten het niet allemaal op dezelfde manier. Dat is soms lastig, en soms maakt het het leven boeiender.
Enige tijd geleden hield ik een kleine enquête. Ik vroeg enkele proefpersonen mij te vertellen aan welke criteria iemand moest voldoen wilde ik hem met playboy kunnen betitelen. De variëteit was groot. In alle gevallen was iedereen het erover eens dat een playboy een man moest zijn. Daarna begonnen de graduele verschillen. ‘Een jonge man’, zeiden de meesten van mijn (25) proefpersonen. Wat is jong? Kan een knaap van 20 een playboy zijn? ‘Neen’, vonden bijna allen. De leeftijd moest liggen tussen de 30 en de 40. Er was een uitloper naar de 50 en één wist zeker dat rond de 30 het ideaal was.
Rijk moest hij voor vrijwel eenieder zijn. Wederom een rekkelijk begrip. Eén jonge dame was zeer stellig in haar opvatting: een playboy is schatrijk (soms werd ook de term financieel onafhankelijk gebruikt) maar hij mocht dat geld nooit zelf verdiend hebben. Zijn vader had het kapitaal vergaard, de zoon draait het er in wellust doorheen. Verscheidenen vonden geld niet essentieel. Eén zelfs meende dat een playboy ook door zijn minnares kon worden onderhouden. Een taalkundig boeiende vergissing. Zij doelde op een gigolo, een man die in veel overeenkomt met de playboy, maar net in dat geldaspect van hem verschilt. Door dit soort abuizen ontstaan betekenisveranderingen!
De playboy leeft voor zijn genoegens. Welke? Voor alle proefpersonen was het veroveren van vrouwen een kenmerk van de playboy. Sommigen dachten bij het woord aan een mediterraan klimaat: palmen, zon, blauwe zee, bruin lichaam. Anderen weer aan het spelen in casino's, het rijden in snelle sportauto's (witte, met open dak). Velen ook aan alcohol. Elegante kledij scoorde hoog, evenals ‘knap’, hoewel daar de onderscheiden schoonheidsopvattingen een divergerende rol speelden.
Ongelooflijk hoezeer de betekenis van persoon tot persoon verschilt. Het is goed voorstelbaar dat er eindeloos veel meningsverschillen door ontstaan. A. de Swaan riep onlangs in de NRC op, een sociologisch onderzoek te houden naar de opvattingen van mensen over de betekenis van begrippen als ziekte, werk en dergelijke. Dat zou boeiend zijn. Het zou ons veel leren.