Over sportverslaggeving
Aaldrik Koops - Amsterdam
Over sportverslaggeving heeft bijna iedereen een mening. Ik ook: naar Hugo Walker luisteren is leuk. Deze commentator verslaat zelfs de minder prominente voetbalwedstrijden, die in handen van anderen zeker tot saaie gebeurtenissen zouden worden, op enthousiaste wijze. Zijn droge, maar olijke ‘Komt dat schot’ is hiervan een eenvoudige, maar duidelijke uiting.
Hugo Walker heeft nog een prachtige gewoonte die van hetzelfde enthousiasme getuigt, maar vooral van gevoel voor verhouding. Het gaat om taalgebruik en om het gevoel voor verhouding te begrijpen moeten we dit taalgebruik analyseren.
We leren op school, dat de persoonsvorm in een zin naar persoon en getal overeen moet stemmen met het onderwerp: we moeten onze werkwoorden vervoegen. Hugo Walker laat dit soms achterwege en gebruikt dan in plaats van de persoonsvorm het hele werkwoord. Zo zou hij het volgende commentaar kunnen geven:
‘Jahoor Pattinama... heel knap aannemen... draaien... komt dat schot, doelpunt! doelpunt!’
Volgens het schoolboekje moet dat zijn:
‘Jahoor Pattinama... (hij) neemt heel knap aan... draait... komt dat schot, doelpunt! doelpunt!’
Natuurlijk zal niemand Walker aan het schoolboekje willen houden, zeker de taalkundige niet. Walkers infinitief heeft immers een geheel eigen effect, anders dan dat van een persoonsvorm. Met persoonsvormen wordt Pattinama's actie afgedaan als heel gewoon; het gebruik van infinitieven maakt zijn actie bijzonder.