Invuloefening
Een gedekte (ook genoemd ‘korte’) i als in pit, kip, win kan geschreven worden met een
i: wil
y: lymf.
Een vrije (ook genoemd ‘lange’) i als in piet, riep en mien kan geschreven worden met een
i: liter
ie: lieten
y: lysol.
Oefening: vul in met i, ie of y (zonder woordenboek en alleen de voorkeurspelling!)
l-mfoc-t, l-d-t, l-nx, l-nks, d-nast-, f-sica, anal-se, anal-st, ferr-t, ferr-t-sch, L-b-ë, h-ac-nt, hij men-de, man-ën, s-b-lle, p-gmee, t-mpaan, kar-at-de, as-l, c-l-nder, getax-d, sem-ten, p-ramde, st-l-st-sch, zef-ren, s-llabe, g-roscoop, s-fon, wh-sk-, c-clost-le, d-namo, lath-rus, per-st-le, p-thon, s-non-m, t-ran, c-mbaal, -ps-lon, moza-k, art-ste, sat-r-k, porf-r-sch, sal-c-l, pol-toer, pol-form, pol-dact-l-, pol-p, m-the, amath-st, h-pnose.
Vijftig woorden, de een wat minder alledaags dan de ander maar geen van alle te gezocht. Foutenmarge tien procent. Wie zonder woordenboek te gebruiken minder dan zes fouten maakt, doet het goed. Tussen vijf en elf fouten: gaat wel maar houdt niet over. Meer dan tien fouten: hopeloos maar u hoeft zich niet te schamen. Oplossing zie bladzijde 62.