Reacties
Hullie
Bernard van Dijk - Tilburg
Wat maakt D.J. Jasper uit Haarlem (Onze Taal, februari/maart 1985, bladzijde 21) zich toch druk om hullie en sullie.
Laat ik eerst ons gewone goede Nederlandse jullie bij de kop pakken. Dat komt, dacht ik, van jelieden. Jelui, schrijven veel oude mensen nog. Ze zijn dan wel een jaar of tachtig.
Nu mijn Tilburgse dialect, waarin voorkomen: geulie, zeulie en heulie. (Ik zou in het Nederlands voor jullie ook liever jeulie spellen, want dat zeggen we zo, en ik kan me in het Nederlands geen enkel woord indenken waarin we de klank -eu- met -u- spellen. En waar die dubbele 1 in jullie vandaan komt, is me ook een raadsel).
Gijlieden (geulie), zijlieden (zeulie) en hunlieden (heulie) waren in het geschreven beschaafd Nederlands tot in de vorige eeuw niet ongebruikelijk.
In mijn dialect worden deze vormen ook grammaticaal ‘goed’ gebruikt. Niemand zal bijvoorbeeld zeggen: Ik heb 't zeulie gezeet (Ik heb het zijlieden gezegd), want zeulie is eerste naamval. Correct is: Ik heb 't heulie gezeet (Ik heb het hunlieden gezegd). Heulie is derde of vierde naamval.
Geulie is altijd eerste naamval. We zeggen: Geulie het 't gezeet (Gijlieden hebt het gezegd). De derde en vierde naamval daarvan zijn: jeulie of oe.
Voorbeelden: Ik heb 't jeulie gezeet. Ik heb 't oe gezeet. Ook oe is trouwens - anders dan het Nederlandse u - in mijn dialect nooit eerste, maar altijd derde of vierde naamval.
Ik vind dat er aan dialect niets doms of lelijks is. Wel natuurlijk aan slecht taalgebruik. Maar omdat taal nu eenmaal ‘een levend organisme’ is, dus aan veranderingen onderhevig, zie ik met belangstelling het gebruik van heulie en zeulie in de beschaafde omgangstaal toenemen. De beschaafdsprekers ontlenen woorden aan het dialect; ik denk niet alleen aan het Tilburgs. Dat is zo ‘legitiem’ als maar zijn kan, want uiteindelijk is het Nederlands uit dialecten voortgekomen.
We kunnen onze energie beter steken in het bestrijden van anglicismen, gallicismen en germanismen dan in het veroordelen van neerlandicismen.