N.O.P. als gedenkteken
J.J.M. Bakker - Leende
De polders die in onze voormalige Zuiderzee zijn ontworpen, hadden aanvankelijk puur technische codenamen: Noordwestpolder, Zuidwestpolder, Noordoostpolder enz. Later hebben zij echte eigennamen gekregen, zoals Wieringermeer, Markerwaard, Flevopolders. Er is één uitzondering: de Noordoostpolder is niet herdoopt. Hij is N.O.P. gebleven. Juist deze afkorting is weer actueel, na veertig jaar.
De Noordoostpolder is op een merkwaardige wijze met de oorlog verbonden geweest. Hij werd met een dijk afgesloten in 1940 en kwam droog in 1942. Daarna, tijdens de drainage en de eerste cultivering met wegen en gewassen, kon deze lege polder een gigantisch toevluchtsoord worden voor onderduikers. Zo kregen de letters N.O.P. voor ingewijden de betekenis Nederlands Onderduikers Paradijs. Deze naamgeving heeft precies het model van de onderduiksituatie: het is anders dan het lijkt en alle betrokkenen streven er naar om net te doen of alles doodgewoon is. Zoals de sloten-graver van de Dienst Zuiderzeewerken, die in feite predikant was, spoorbeambte of student. Na de oorlog had ook de Noordoostpolder herdoopt moeten worden. Een naam lag klaar: Urkerwaard. Maar iemand moet toen het voorstel hebben gedaan om het op Noordoostpolder te houden, juist omdat N.O.P. zo verschrikkelijk veel meer had betekend: veiligheid, maar wel heel broos; stilte, maar angstig gespannen om ieder nachtelijk geluid.
Eén interpretatie van N.O.P. zal uitsterven met de vroegere onderduikers. De drie letters vormen een eindig gedenkteken. Dit was dus de etymologie van een verblekende herinnering.