Onze Taal. Jaargang 54
(1985)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 32]
| |
PCUdB■ Als u een loonbelastingverklaring voor 1985 hebt ingevuld, en de daarbij behorende toelichting-hebt bestudeerd, dan weet u nu dat er zoiets als voetoverheveling bestaat. Misschien dat u al tot vervelens toe grappen over deze voetoverheveling hebt aangehoord of gedebiteerd, maar u moet wel bedenken dat op dit moment voor mij het jaar 1985 nog maar net begonnen is, terwijl u wellicht allang met beide benen in het postvoetoverheveliale tijdperk verkeert. ■ Hoe dan ook, misschien is het iedereen onder u opgevallen dat er vlak voor Kerstmis ook nog een toelichtende advertentie in de NRC is verschenen, waarin gewag werd gemaakt van voetoverhevelingsteruggaaf. ■ Let wel lezer, ik wil absoluut niet weten wat dit woord betekent. Het enige wat ik ervan weet is voldoende: toen een mij dierbare dame, wier naam ik niet wil bezoedelen door die hier expliciet te noemen, daar voetoverheveling mij toch het meest doet denken aan een subtiele vorm van overspel - toen die dierbare dame en ik dus fysiek trachtten gestalte te geven aan de voetoverhevelingsteruggaaf, kwam het eerste lid van de samenstelling nog wel redelijk uit de verf, terwijl we met de teruggaaf niet uit de voeten kwamen. ■ Nu we toch enigszins in de bronstige sfeer zijn geraakt, wil ik de uitslag van de schuttingtaalpuzzel bekend maken. U weet wel, die uit het novembernummer. Mijn in strenge bewoordingen vervatte afkeuring van eventuele competerenden moet velen afgeschrikt hebben, waardoor slechts vier lezers het gewaagd hebben een oplossing in te sturen, die overigens in alle vier de gevallen van grote competentie, ik zou in dit verband haast van compotentie spreken, getuigde. ■ Allereerst de oplossing: een sedechs geborsteld lidante derrierakten betekent een stuk, getiteld pikante kontakten. De prijs gaat uit naar drs. J.H. Mommaerts die zijn motivering vergezeld liet gaan van het commentaar ‘Al met al een zeker niet roedige opgave, erg copuneer.’ ■ Ik moet bekennen dat het een zekere tijd geduurd heeft voordat uit de poel van mijn onderbewuste de correcte oplossing van de extra-puzzel naar boven schoot. ■ Leuk hoor, mijnheer (neem ik aan) Mommaerts. Aan u de boekenbon. ■ Een reactie betreffende het novembernummer: mr. J.W. Scheffer schrijft zich te herinneren dat vroeger op stations de slagzin Doet uw voordeel met VIM te lezen was, waaraan jolige onverlaten plachten toe te voegen: maar vergeet niet uw achterdeel met ATA te doen. Altijd aardig zoiets te vereeuwigen. ■ Jan C. Buijs deelt mede dat hij de laatste tijd hoort spreken van een verdiscode versie van een stuk muziek. Als mogelijke analogieën noemt hij: verpopte, verklassiekte, verreggaede. ■ Vooral de laatste mogelijkheid spreekt mij zeer aan, in het bijzonder als ik het woord met één oog toegeknepen van verre gadesla, denk ik aan een verre gade die in den vreemde om een klassieke minnaar weent die sinds jaar en dag verpopt is. ■ Thans nog een uitslag: P.B. Dirksen geeft feilloos de zes verschillende mogelijkheden van de zin Meer deskundigen dan geleerden kennen leken. De oplossing gaat eigenlijk het bestek van een vierkantje te buiten, vandaar dat ik P.B.D. noem als winnaar, en een eervolle vermelding wens te geven aan J. de Jong, die weliswaar slechts tot vijf betekenissen kwam, maar de oplossing in een fraai vers, gedateerd twee weken na Sinterklaas, verpakte. ■ Irene Dikkers uit Waalre schrijft ook iets over deskundigen, wellicht telepathisch anticiperend op de prijsvraag (haar schrijven is 25 november 1984 gedateerd). Zij acht een bepaalde in een krant omkaderde uitspraak onjuist: ‘Deskundigen zijn niet te krijgen, dus moeten we ze zelf opleiden.’ ■ Het punt is natuurlijk, aldus globaliter mw. Dikkers, dat mensen die tot deskundige worden opgeleid, bij de aanvang van de cursus per definitie nog niet deskundig zijn op het terrein in kwestie. Zij probeert een aantal varianten van de beoogde strekking, maar vindt ze stilistisch niet erg mooi. Goed, wat vindt u van de volgende: ‘Geboren deskundigen krijgen we niet, daarom baren we ze hier.’? ■ Voor het overige, alle lezers: ik wens u veel taalbarenswel en weinig -wee. |
|