Het Rijmschap roert zich weer
Een nieuwe verzameling ollekebollekes
Pieter Nieuwint
Kan iemand zowel uitermate geschikt als uitermate ongeschikt zijn om een recensie te schrijven over Dartele DactylusGa naar eind*, de nieuwste verzameling ollekebollekes, die ditmaal geschreven is door Drs. P., Jean Pierre Rawie, Driek van Wissen en Ivo de Wijs? Dat kan, bijvoorbeeld wanneer de iemand in kwestie niet alleen, als co-auteur van eerdere ollekebollekebundels, een kenner is van het fenomeen ollekebolleke, maar ook, als co-auteur van eerdere ollekebollekebundels, twee van de vier schrijvers, te weten Drs. P. en Ivo de Wijs, van zeer nabij kent, zodat geen lezer van Onze Taal zijn (= de eerdergenoemde iemand) eventuele loftuitingen over de jongste collectie serieus kan nemen, omdat ze in zijn (= de lezer van Onze Taal) ogen slechts ingegeven kunnen zijn door vriendjespolitieke overwegingen van de verwerpelijkste soort. Er is natuurlijk ook altijd de mogelijkheid dat de iemand waar het hier over gaat niet aan Dartele Dactylus heeft meegewerkt omdat hij, als gevolg van onenigheid over de verdeling van de opbrengst van de eerdere publikaties, alle banden met zijn vroegere mede-ollekebollekedichters heeft verbroken en nu, vervuld van wrok, de zonder hem tot stand gekomen bundel met de grond gelijk maakt. Ook in dat geval zal de lezer van Onze Taal aan zijn (= iemands) oordeel weinig waarde hechten. Maar laten we er niet langer doekjes om winden: ondanks de al met al nagenoeg onoverkomelijke principiële bezwaren die tegen een door ondergetekende te schrijven recensie in te brengen zijn, heeft hij er zich toe laten overhalen. Ik zal evenwel trachten u in zo neutraal mogelijke bewoordingen tot de aanschaf van de bundel over te doen gaan. Wat krijgt u zoal van
Uitgeverij Bert Bakker voor uw f 19,50? Heel wat. Zo'n 200 ollekebollekes, verdeeld over 120 pagina's, de meeste uiteraard gepresenteerd als ordentelijke achtregelige gedichten, maar ook weer een aantal verstopt in proza. Ik zeg ‘weer’ omdat het procédé al eerder met succes is toegepast: in de vorige bundel, en in één van de aan het ollekebolleke gewijde afleveringen van Het Rijmschap, zoals de lezers van Onze Taal die die rubriek steeds met aandacht hebben gevolgd (alle lezers van Onze Taal dus) zich nog wel zullen kunnen herinneren. De verleiding om de techniek in dit stukje óók toe te passen is groot, maar ik zal er niet aan toegeven: het zou maar uitgelegd worden als een poging van een spijtoptant om toch nog even te laten zien dat hij het óók kan (en ik kàn het ook, natuurlijk). Behalve door deze ‘proza’-ollekebollekes wordt in Dartele Dactylus voor typografische afwisseling gezorgd door een hoofdstuk getiteld ‘Curiosaria’ (het zal niemand verbazen dat de titels van alle hoofdstukken het vertrouwde ritme vertonen), waarin zich de ollekebollekes bevinden die zich qua uiterlijk (wat dus niet hetzelfde is als qua vorm) van hun soortgenoten onderscheiden. Het is wat mij betreft het leukste hoofdstuk van het boek, maar ook elders valt er veel te genieten: vervolgverhalen rond Willem de Lelijke, Rutger de Kruisridder en niet te vergeten Ludo Vanvlierberghe; een serie Duitse en Engelse ollekebollekes (in het hoofdstuk ‘Made in het buitenland’); en verder weer allerlei boeiende staaltjes geschiedvervalsing rond personen wier namen of attributen daar aanleiding toe geven. Kortom, light verse liefhebbend Nederland heeft er weer een mooie bundel bij, die op bijna elke bladzijde verrassingen biedt en die nergens monotoon wordt, wat, gezien het feit dat er slechts
één enkele versvorm in voorkomt, wel de grootste verrassing mag heten. Steeds weer blijkt het mogelijk binnen het uiterst beperkte en beperkende bestek van het ollekebolleke een volledig verhaal te vertellen, compleet met sfeertekening (regel 1), introductie van de hoofdpersonen (regel 2), dramatische ontwikkeling (regels 3-7) en onverwachte ontknoping (regel 8). Omdat ik geen enkele van die ontknopingen wil verklappen eindig ik deze bespreking met een kleine teleurstelling: allerlei voorbeelden, waarop u stiekem toch wel had gehoopt, geef ik hier níet - het is voordehandliggender dat u die bundel gewoon even koopt.