Moordzaak
E. Slagt - Den Haag
‘'N MOORDZAAK...’ zegt inspecteur De Cock als hij het over firma X heeft. De vette kop van de advertentie trekt de aandacht. Mij valt het meest op dat een negatieve ‘zaak’ als aanprijzing gebruikt wordt. Vaker doen we het omgekeerde: Leuke boel hier, en dat heb je weer fijn geregeld drukken duidelijk afkeuring uit.
Vaak krijgt een krachtig voorvoegsel een algemeen versterkende betekenis: van beresterk mar beregoed. Zowel Van Dale als Kramers' woordenboek geven (‘gemeenz.’) samenstellingen met moord- (‘bijz. hoge waardering’ respectievelijk ‘pracht-’). De - ongetwijfeld mannelijke - redacteuren vallen beide op een moordgriet. Om haar te krijgen zou je een moord plegen (is dat de oorsprong Marlies Philippa?), al keur ik dat op humanitaire gronden af.
Als iets ergs de betekenis van ‘zeer, in hoge mate’ krijgt, wisselt de waardering. Moord- is altijd positief, erg is algemeen, maar verschrikkelijk krijgt van Van Dale slechts negatieve betekenis (-warm, -lelijk). Kramers vindt vreselijk (-druk, -laat) niet prettig, maar Van Dale ziet het ruimer (-duur èn -goedkoop).
Het is niet zo vreselijk erg als iemand onwijs is, maar bij jongens heeft dit woord zelfs een positieve betekenis gekregen. Onwijs gaaf! hoor je bij voorbeeld als je een te gekke broek aan hebt.
Een krachtige uitdrukking is stervensgevaarlijk. Dit dodelijke voorvoegsel stervens- kreeg bij ons de waardering in hoge mate (stervensduur, -moeilijk). Iemand liet zich zelfs eens ontvallen: ‘Verse groente, stervensgezondman!’ Zijn er lezers die meer, en misschien nog ‘modieuzere’ voorbeelden van dit soort taalgebruik kennen?