Taalunie als orgaan voor taalzorg
Wat het spellingsprobleem betreft, zijn vast alle ogen op de Taalunie gericht. Iedereen verwacht terecht dat eindelijk een einde wordt gemaakt aan de spellingchaos en dat in elk geval de vervelende keuzemogelijkheid van het groene boekje wordt afgeschaft. Ik hoop dat de Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren de oplossing van het spellingsprobleem als een van zijn allereerste taken zal beschouwen. Verder dient ook aan de spelling van de aardrijkskundige namen te worden gedacht. En zou Nederland niet het Vlaamse voorbeeld willen volgen en zijn plaatsnamen aan de geldende spellingregels aanpassen?
Op 15 december 1982 heeft de Vlaamse Raad een resolutie aangenomen waarin wordt gevraagd een lijst op te stellen van de Nederlandse benaming van buiten het Nederlandse taalgebied gelegen plaatsen. Ook over dit probleem zal de Taalunie zich dienen te buigen.
Op het gebied van de terminologie heeft de Taalunie al een eerste resultaat bereikt. Op 7 april laatstleden kwam het eindverslag Aardrijkskundige termen in Nederland en Vlaanderen klaar, een project uitgevoerd door het Informatie- en Documentatiecentrum voor de Geografie van Nederland en de Vereniging Leraars Aardrijkskunde in België, onder auspiciën van de Nederlandse Taalunie. Het project dient nog te worden voortgezet zodat vervolgens afspraken voor een gemeenschappelijk woordgebruik kunnen worden gemaakt.
Een veel moeilijker terrein is dat van de juridische terminologie. Het Taalunieverdrag (art. 4, c) spreekt uitdrukkelijk van ‘een gelijke terminologie ten behoeve van wetgeving en officiële publikaties’. Dat de ambtenaar van het Openbaar Ministerie in België ‘Procureur der Konings’ heet en in Nederland ‘Officier van Justitie’, is slechts één eenvoudig voorbeeld van de vele terminologische verschillen in de rechtstaal van Noord en Zuid, die trouwens meestal met verschillen in het rechtssysteem gepaard gaan.
In België houden zich verschillende commissies met deze problemen bezig: de Centrale Commissie voor de Nederlandse Rechtstaal en Bestuurstaal in België; de Commissie belast met de voorbereiding van de Nederlandse tekst van de grondwet, de wetboeken en de voornaamste wetten en besluiten; de Terminologische Commissie. Het is de bedoeling van de Taalunie om afgevaardigden van deze commissies en Nederlandse deskundigen samen te brengen.
Een zelfde zorg verdient de technische termiriologie. Hierbij sluit enigszins het probleem van de nieuwe begrippen aan, waarvan gewoonlijk klakkeloos de vreemde naam wordt overgenomen. Is het bij voorbeeld niet jammer dat een goede woordvondst als ‘droogzwierder’ alleen in Vlaanderen ingang vond? Is het niet jammer dat woorden als ‘schaatsplank’, ‘plankschaatsen’, ‘zeilplank’ en ‘plankzeilen’ eigenlijk pas gepropageerd worden als de vreemde woorden ‘skateboard’ en ‘surfen’ al ingeburgerd zijn? Een erg alerte commissie die er telkens vlug bij is, zou hier prachtig werk kunnen verrichten.