Taalcuriosa
Conditionering
Taal conditioneert, en dat op verschillende wijzen. Rijmdwang is een van de manieren. Laat iemand tien keer achter elkaar ‘poppen’ zeggen en op de vraag ‘voor een groen licht moet je...?’ zal hij ‘stoppen’ antwoorden, terwijl ieder redelijk denkend mens weet dat je dan juist moet doorrijden. Laat iemand tien keer ‘pork’ zeggen en hij zal op de vraag ‘Soep eet je met een...?’ ‘vork’ antwoorden, terwijl het met een lepel veel gemakkelijker gaat.
Curieuzer is de vraag: ‘Jantjes vader had drie zonen: Kwik, Kwak en...’ ‘Kwek’ zal het antwoord zijn, precies zoals Disney het had geprogrammeerd toen hij zijn eendjes het levenslicht deed zien. Maar het is wel fout, want als Jans vader drie zonen heeft, is Jan natuurlijk de derde zoon.
Dit soort grapjes bestaan er legio en ze zijn bijna allemaal even flauw omdat het principe steeds hetzelfde werkt. Laat ‘Barneveld’ en ‘Beneveld’ achter elkaar lezen en je zou bijna geloven dat ‘Beneveld’ een dorp was, terwijl het om een bijna dronken toestand gaat. Bij een zin als ‘De koetsier poetst de postkoets’ is het meestal ook lachen geblazen. Daarin gaat het om zeer voorspelbare effecten. Vraag een willekeurige voorbijganger een kleur, een stuk gereedschap en een dier te noemen en met een trefkans van meer dan zestig procent komen ‘rood’, ‘hamer’ en ‘1eeuw’ op de proppen.
Veel curieuzer is de vraag wat de afkorting ‘H.I.T.L.E.R.’ betekent. Daarop zullen de meesten het antwoord schuldig blijven. De oplossing is: ‘Het Indische Leger Eet Rijst.’ Daarop volgt steevast een korte stilte, tot een van de aanwezigen de zaak op een rijtje zet en vraagt: ‘En die T dan?’ Het antwoord is even simpel als doeltreffend: ‘Die drinken ze erbij!’
Vrijwel alle moppen zijn op dit principe gebaseerd: zet de tegenpartij op het verkeerde been, dan is hij gemakkelijk onderuit te halen. Het is heel simpel, maar je moet het wel weten. Roep in een echoput: ‘Waar zit de Prins van Oranje?’ en hij antwoordt: ‘Aan je’. Niet waar, gewoon op Soestdijk!
J. Welling
Best