Een on-woord (6)
Schoenlapperette
Sommige dingen gaan, zelfs in naamgeving, niet samen. Het contrast tussen de samenstellende delen is dean te groot, de melange te gewaagd, de kloof te diep.
Een duidelijk, zij het onappetijtelijk voorbeeld hiervan is het woord ‘bistroburger’, waarvan de onverenigbare ingrediënten al bij voorbaat afstotingsverschijnselen oproepen. Waar de term ‘bistro’ de sfeer van met kaarsen verlichte, oud-Provençaalse keldergewelven, de geur van in rode wijnsaus gestoofd rundvlees en de herinneringen aan zoete zomeravonden naar boven haalt, roept het begrip ‘burger’, het blijkbaar elementairste deel van hamburger, slechts beelden wakker van eindeloze achtbaanswegen, wegwerpbestek en televisieseries van het je-bent-jong-en-je-slikt-alles-type. Ondanks het pseudo-Franse sausje blijft de bistroburger goed herkenbaar als een hap plastic die je de kaken met Hollandse vastberadenheid op elkaar geklemd doet houden.
Op zondagmorgen 10 juli wordt er een Harp-Koffieconcert gegeven, gevolgd door een Harp-Brunch. Aanvang van het concert om 11.00 uur. De kosten voor deelname aan de Harp-Brunch bedragen f 35,- per persoon.
Van 15 juli tot en met 1 augustus zal de Amerikaanse harpiste Beth Schwartz dagelijks een optreden verzorgen in ons specialiteitenrestaurant ‘Au bord de la Meuse’.
De grenzen van het menselijk voorstellingsvermogen werden tot het uiterste beproefd met een advertentie in Neerlands enige kwaliteitskrant. Het aanbod gold een ‘Middeleeuwse brunch’. (Toen in Hotel Maastricht het World Harp Congress plaats vond, konden belangstellenden zich aan een ‘Harp-Brunch’ onderwerpen.) Het enige, maar dan ook het enige wat ‘middeleeuws’ en ‘brunch’ met elkaar verbindt, is de dichtregel ‘Sy konden by malkander niet komen’.
Een zeker zo grote sprong werd gewaagd door een schoenhersteller te Aalsmeer. De man, waarschijnlijk stammend uit een lang geslacht van eerlijke handwerkslieden maar door teruglopende omzet gedwongen zijn zaak een vernis van eigentijdsheid mee te geven, verliet tijdelijk zijn leest en bedacht de naam ‘Schoenlapperette’. Het eerlijke van leer, het rondborstige van een ouderwets ambacht, kortom, de wereld van nieuwe hakken en zolen en, aan de andere kant, het nerveuze aan- en uitflikkeren van disco-spotjes, de oppervlakkigheid van het hit-gebeuren en het voorbijgaande van de jeans-mode zijn, wat een minister-president ooit noemde, tot elkaar veroordeeld in het woord Schoenlapperette. Het Ministerie van Economische Zaken zou een strafmaatregel kunnen overwegen tegen het gebruik van zulke namen.
R.-H. Zuidinga
free lance journalist
Amsterdam