volgende dag in een Duitse tekst Rückgabe tegen, dan wordt het in het Nederlands steevast restitutie. Er is duidelijk geen purisme en ook geen zucht naar vreemde woorden in het spel; het verschijnsel werkt immers beide kanten op. Misschien is het een behoefte om onafhankelijkheid van de vreemde taal te demonstreren. Van keuzevrijheid is natuurlijk geen sprake wanneer twee woorden - hoewel het ene van oorsprong een vernederlandsing van het andere is - niet meer hetzelfde betekenen. Het behoeft geen toelichting dat hervormd en gereformeerd of missionaris en zendeling niet door elkaar mogen worden gehaald. En om op een hierboven gegeven voorbeeld terug te komen: is aardolie wel hetzelfde als petroleum?
Aan de andere kant zijn er woordparen waarbij het betekenisverschil zo gering is dat de keus alleen in randgevallen een probleem oplevert. Zo zijn de woorden veronderstelling en hypothese vrijwel altijd verwisselbaar. Toch zou ik de theorie over het ontstaan van het heelal die in vakkringen als nevelhypothese wordt aangeduid, niet graag nevelveronderstelling willen noemen. Over het waarom straks iets meer.
Eerst een kleine afdwaling. De Engelse term is nebular hypothesis, dus eigenlijk nevelige hypothese. Dit kan in het Nederlands natuurlijk niet (al zou het, voor wat míĵn kennis van kosmogonische zaken betreft, een heel adequate beschrijving zijn). Beter gezegd, het kan nòg niet. Het elliptisch gebruik van bijvoeglijke naamwoorden is namelijk aardig in opmars. Misschien is het begonnen met de studenten in de medicijnen die zich medisch student gingen noemen. Een deel van hen schijnt intussen specialist te zijn geworden want tegenwoordig staan er geregeld advertenties van plastische chirurgen in de krant. In Amerika zijn uitdrukkingen als criminal lawyer, religious statistics en female impersonator (een doordenkertje) heel gewoon, in Engeland hebben ze handicapped schools, mental nurses en legal dinners. Er staat ons dus nog wat te wachten!
Terug naar de woordparen. Tja, ik vind hypothese hier meer op zijn plaats omdat dit woord me aan een weldoordachte theorie doet denken terwijl veronderstelling ook op een willekeurige inval kan slaan. Dit is natuurlijk een erg subjectieve motivering; andermans taalgevoel is geen ‘bewijs’. Maar er staan nu eenmaal geen bordjes op de bomen van het oerwoud waar een vertaler elke dag doorheen moet.
Soms is de keus een kwestie van stijlniveau. We weten allemaal dat pies en urine materieel hetzelfde is (één pot nat, zo u wilt), maar een vertaler mag nooit vergeten dat er voor alles een plaats en een tijd is. Men hoort tegenwoordig nog al eens dat dit soort onderscheidingen gekunsteld of zelfs ondemocratisch is, allemaal elitair gedoe en zo. Mij best, maar wie voor zulke gradaties niet voelt, kan beter niet bij de Commissie (of enig ander lid van de eg-familie) solliciteren.
Evenmin is er in deze vertaaldiensten plaats voor pure geesten die zich niet bij bestaande onvolkomenheden weten neer te leggen. In de meeste teksten gaat het om begrippen die in een vroeger document al gedefinieerd en benoemd zijn, en van de destijds gekozen terminologie kan om allerlei (vooral juridische) redenen niet meer worden afgeweken. In de praktijk staat de keus tussen woorden als teruggaaf en restitutie dan ook niet vaak open. De gelegenheid om zich tegen de vreemde taal af te zetten is doorgaans beperkt tot niet technische uitdrukkingen, bij voorbeeld bij het woordpaar essentieel / wezenlijk. Er is zeker geen vrijheid bij echte vaktermen zoals medeverantwoordelijkheidsheffing, de officiële naam van een soort boete die een boer moet betalen als hij te veel melk produceert. Voor menigeen een raar woord, maar zo staat het in de verordening. Over twintig jaar staat het er vast nog. Alleen zal het tarief dan wat hoger zijn geworden.
Deze starheid van het ambtelijke vocabulaire legt een hele verantwoordelijkheid op de bedenker van nieuwe termen. Gaat het bij voorbeeld om een zelfstandig naamwoord, dan dient hij erop te letten dat zonder al te veel kunstgrepen een bijvoeglijk naamwoord en een werkwoord ervan afgeleid kunnen worden, dat het zich tot het vormen van samenstellingen leent enz. Toen enkele jaren geleden bij de eg werd besloten om bepaalde ontvangsten en uitgaven die tot dan toe afzonderlijk geadministreerd werden, voortaan in de algemene begroting op te nemen, werd dit in de Franse stukken budgétiser genoemd. De Nederlandse vertalers kozen over de begroting laten lopen. Dit voldeed uitstekend - tot op een kwade dag het woord budgétisation voor hun neus stond.