Echte germanismen
Dat was een prestatie, die stijloefening met 43 fouten van mevrouw Goedbloed in het januarinummer 1983 van ‘Onze Taal’! Zij is ongetwijfeld de leermeesteresse van prof. Prlwytzkowsky, of heeft die vermaarde natuurwetenschapper juist háár taalkundig gevormd?
Maar met èchte germanismen, niet door Marten Toonder of Judith Goedbloed verzonnen, zou ook wel een kunstwerk te maken zijn. Le laid c'est le beau - fair is foul and foul is fair. Wie wil? Hier is enig ruw materiaal:
afbouwen (‘verminderen’, ‘afbreken’)
beduidend
beroepsgericht (bij voorbeeld onderwijs)
deltaveilig
eenduidig
gebruikersvriendelijk
indammen
inkomensafhankelijk
inschatten
koosnaam (‘vleinaam’)
milieubeperkt
ondergraven
ontwikkelingsrelevant
opbrengen (‘tonen’, bij voorbeeld
moed, ‘klaarspelen’)
opdelen (‘delen’, ‘verdelen’)
opsplitsen (‘splitsen’)
overzien (‘over het hoofd zien’)
terugtreden (‘aftreden’, ‘zich terugtrekken’)
uitproberen (‘beproeven’, ‘proberen’)
uitvreten (‘uithalen’, ‘uitspoken’)
vastnemen, -zitten (‘gevangen-’)
verschuiven (‘uitstellen’)
veruit (‘verreweg’)
verworvenheden (geïmporteerd door
Henriëtte Roland Holst)
vreemdgaan
Een speciale schoonheidsprijs verdient degene, die op gelijke afstanden in de tekst ook nog vier echte Duitse woorden weet te plaatsen, namelijk folie, heikel, hektisch en sowieso.
C.A.Z.