Heeft het dialect nog een toekomst?
Er is in ons land een merkwaardige ontwikkeling aan de gang. Men mag gerust zeggen: een zeer merkwaardige ontwikkeling. Op verschillende plaatsen doet zich het verschijnsel voor dat kinderen niet meer het dialect van de ouders spreken. Een verschijnsel dat al zo'n twintig jaar in gang is. Het ziet er naar uit dat deze tendens zich zal blijven voortzetten.
We kunnen opmerken dat de ouders onder elkaar dialect spreken, maar zich tegenover hun kinderen bedienen van het Standaardnederlands, ofwel het abn. De kinderen uit deze gezinnen spreken uitsluitend abn, ook naar buiten. Er kan niet worden gezegd dat ze zich van hun moedertaal (het dialect) vervreemden; ze hebben het zich nooit eigen gemaakt.
De ouders zelf zijn voor deze ontwikkeling verantwoordelijk. Immers, waar in veel streken van ons land vroeger eerst pas op de lagere school de eerste beginselen van het abn werden bijgebracht, daar geschiedt dit nu thuis zodra de kinderen leren praten.
De schooltijd van het kind is echter wel van grote invloed op de genoemde ontwikkeling. In vele steden en dorpen waar voorheen door de kinderen uitsluitend dialect werd gesproken, is een grote toevloed van van elders komende ‘Hollands’-sprekende kinderen waar te nemen. De omgangstaal van de ‘inheemsen’ wordt daardoor noodzakelijkerwijs of automatisch aangepast. Op scholen waar slechts enkele ‘Hollanders’ deel uitmaken van het leerlingenbestand, is uiteraard vaak het tegenovergestelde het geval. Dit laatste komt echter steeds minder voor, nu de autochtonen al van huis uit het standaardnederlands spreken.
De vraag dringt zich op: Wat is het effect van dit gewijzigde taalgebruik - en werkt deze gang van zaken nu in het voordeel of in het nadeel van de betrokkenen?
Vastgesteld kan worden dat dialectsprekende kinderen dikwijls een zekere schroom moeten overwinnen in de verbale omgang met (vooral oudere) abn-sprekende mensen. Immers, zij moeten zich dan uitdrukken in een - in zekere zin - eigenlijk ‘vreemde’ taal. In een praatje met abn-sprekende volwassenen lijken ‘Hollands’ -sprekende kinderen soms beter van de tongriem gesneden dan zij die bijna uitsluitend dialect spreken.
Een feit is dat massa's kinderen niet het dialect van hun ouders spreken - en dat ook nooit zullen doen. En dat gaat zo maar door.
Is het dialect gedoemd te verdwijnen?
H. van Eldik
gepens. adj. kmar
Amsterdam