[Mededeling]
□ □ □ □ □
■ Weinig zaken zijn zo vermakelijk als de verschrijving die een onbedoeld leuk effect oplevert. Vooral als dezelfde verschrijving jaren later weer optreedt, alsof we er destijds al niet genoeg om gelachen hebben. ■ Zo heb ik jaren her (tussen haakjes, mij bekruipt onder het schrijven het akelige gevoelen dat jaren her wel eens een germanisme kon zijn, maar geleden vloeide mij niet vlot genoeg uit de pen, zodat ik genoopt was een synoniem te vinden en van dèr) jaren her dus in deze kolommen mogen constateren dat een journalist aan een aardbeving een episch centrum toekende, en laat B. Smit uit De Kwakel dit staaltje orthografie nu weer in de pers van vorig jaar aangetroffen hebben. Aardig om over na te denken: wat stelt iemand die episch centrum opschrijft, zich eigenlijk voor van een dergelijk fenomeen. ■ Wellicht, kunnen we vermoeden, heeft de natuurrampenverslaggever de woordcombinatie niet zelf schriftelijk vastgelegd, maar heeft hij of zij haar doorgeseind naar een oververmoeide bureausecretaris. ■ Met dit alles is B. Smit nog niet op het einde van zijn Odyssee in het kranteknipselwezen: hij vermeldt nog de spelling emeritaten voor emiraten, metereoloog of meteoroloog voor meteoroloog of metereoloog (ik bedoel maar, meteoroloog is natuurlijk het goede woord, maar net als bij zo'n uitdrukking als een hart onder de riem danwel een riem onder het hart steken: als je erbij stilstaat, komen beide mogelijkheden even onwaarschijnlijk voor. ■ Dan is er nog een recent bericht in de Volkskrant (alweer tussen haakjes: recentelijk nog ben ik ergens de uitdrukking recent in de betekenis van onlangs tegengekomen, ongetwijfeld naar analogie van het
Engelse recently, en u weet dat ik van een anglicisme meer of minder eigenlijk niet schrik, dus daar gaat het me hier niet om; het gaat er mij eerder om dat ik toen ben gaan nadenken over de vraag waarom recent niet als bijwoord gebruikt mag worden, hoewel de meeste adjectieven in het Nederlands zich daar wel toe lenen, en zie hier de verklaring in de vorm van een grammaticaregel die ik nooit ergens ben tegengekomen: tijdsaanduidende woorden als huidig, toekomstig, overjarig en dus ook recent zijn aansluitend als adjectief te gebruiken) dat minister de Ruiter zich op de vlakte onthield. ■ Contaminatie concludeert B. Smit. ■ Ik weet het niet. Zou het ook niet kunnen betekenen dat onze bewindsman hem in de bergen stevig weet te raken? ■ Ir. E.R. Muhring uit Oost-, West- en Middelbeers (ik had bijna geschreven Middelsbeers) is bedroefd over het feit dat ik op pagina 100 van deze jaargang middels heb geschreven in de betekenis van door middel van. ■ Schijnt ook al weer een germanisme te zijn. Nu, u weet langzamerhand hoe ik ben, meegaand op het kruiperige af, dus ik zal het niet meer doen, zeker niet als iemand er verdriet van heeft die getuige zijn woonplaatsen de gave der alomtegenwoordigheid schijnt te bezitten. ■ Weer zoiets. ■ Een relatie (weer tussen haakjes ((ja, ik vind het ook vervelend, al die haakjes, maar ook dit keer kan ik er weer niet omheen)), relatie en verhouding is zo ongeveer hetzelfde, maar ik zie mezelf nog niet met een verhouding lunchen) vertelde mij een bordje gezien te hebben met opschrift joulebak naast een sjoelbak. ■ Leuk natuurlijk, maar zo leuk als episch centrum ook weer niet. Matig leuk dus, en dus eigenlijk matig vervelend. Waaruit (tussen haakjes) weer blijkt dat matigheid
nooit goed is. ■ J.P. van Vonderen vraagt of er aandacht besteed kan worden aan de merkwaardige omstandigheid dat het Nederlands een gebiedende wijs kent die de vorm heeft van een verleden deelwoord. Opgelet, die aandacht wordt hier besteed. ■ En nu niet meer gezeurd. ■ Pardon, J.P. v. V., ik wilde niet onaardig zijn. ■ Een voor een betere te geven opvatting mijnerzijds over die constructie (nu maar uitgezocht, hoe dit grammaticaal in elkaar zit): het gaat meestal om bevelen waarvan de beveler wenst dat ze zo snel uitgevoerd worden dat de handeling al voltooid is voordat het bevel is geëindigd. ■ Nu ja, zoiets.
PCUdB